dorpsschool in Westkapelle, en zijn verdere ontwikkeling moet hij zichzelf hebben bijgebracht. Een belangrijk middel daartoe zal als voor zovele Middel burgers ook voor hem het lidmaatschap van V.W. zijn geweest. V.W. De Maatschappij V.W. 3) heeft in het culturele leven van de Zeeuwse hoofd stad vele tientallen jaren een eigenaardige plaats ingenomen. Ze was een dochterafdeling van het Amsterdams genootschap van die naam, beter ge zegd van die initialen, dat in 1806 was opgericht. Deze moedermaatschappij was uit een kleine kring van vrienden, in hoofdzaak toneelspelers, ontstaan en had tot doel "de deugd te beoefenen, menschlievendheid aan te kweeken en kunsten en wetenschappen te bevorderen". Naar alle waarschijnlijkheid zijn de letters waarmee deze maatschappij werd aangeduid de initialen van de namen der oprichters, de acteur Casper Vreedenburg en de bas-komiek en danser Jan van Well, die kort tevoren samen de directie hadden gevoerd van een Corps de Ballet" dat in 1804 een kunstreis door Nederland had gemaakt. De verschijning van een jaarboekje, in 1818, was aanleiding tot het oprichten van een Middelburgse afdeling, die tot het eind van de eeuw is blijven bestaan. Deze Middelburgse afdeling van V.W. is een eigenaardige uiting van het maatschappelijke en culturele leven in Middelburg van de cultureel geïnteres seerde middenstand. Het aantal leden is nooit groot geweest, in 1865 be reikte het met zestig zijn hoogtepunt, maar doorgaans bleef het daar ver beneden. De aristocratie hield zich verre van deze burgerlijke en zelfs klein burgerlijke kring, die zijn leden zowel uit de kleinere als uit de gegoede mid denstand recruteerde. V.W. omgaf zich, in navolging van de vrijmetselaars loges, met een waas van geheimzinnigheid; art. II van de Grondbeginselen spreekt van een geheim dat heilig blijft, ook dan zelfs, wanneer men mocht ophouden lid der maatschappij te zijn. Gedurende het winterhalfjaar kwam men wekelijks bijeen om te musiceren of te luisteren naar een lezing of de voordracht van eigen werk of dat van anderen. In later jaren waren er zelfs soirées waarop toneelstukken werden opgevoerd en waartoe dan ook de dames der leden, die zich fraters noemden, toegang hadden. Kort na zijn huwelijk, in het verenigingsjaar 1848/1849, heeft Baart zich bij de Middelburgse afdeling aangesloten, misschien op aanraden van zijn schoonvader, die er al eerder lid van was geworden. Hij moet er zich thuis hebben gevoeld en zijn medeleden moeten opmerkzaam zijn geworden op zijn kwaliteiten. In 1856, toen hij dus nog maar voor in de dertig was, benoemden ze hem tot voorzitter, wat hij sindsdien nog verscheidene keren zou zijn. In de bijeenkomsten heeft hij herhaaldelijk het woord gevoerd over onderwerpen van allerlei aard, en in de jaarboekjes heeft hij enkele gedichten geschreven, waaronder een niet onaardige physiologie van de Walcherse boer in de trant van de Schoolmeester 4). Bijna dertig jaar heeft hij tot de toonaangevende leden behoord, tot hij in 1877, om met het jaarverslag te spreken, „als met één pennestreek alle betrekking tussen hem en V.W." verbrak. Naar de oorzaak van deze breuk kan ik zelfs niet gissen. Baart was iemand met een voor zijn tijd en zijn milieu opmerkelijk grote sociale belangstelling, die in verscheidene sectoren van het maatschappelijk leven tot uiting kwam. In 1853 werd hij tot diaken van de Nederduitsch

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1970 | | pagina 77