sprekelijk dankbaar voor geweest, dat de verkiezing zóó is afgeloopen,
want in den oneerlijken warwinkel der politiek had ik mij zeker nooit
gelukkig gevoeld.
Toen eenige vrienden mijne denkbeelden vroegen over staatkundige
vraagpunten, vond ik geen zwarigheid om die schriftelijk mede te dee-
len. Hieruit is in verband met mijne wenschen voor Middelburg groo-
tendeels het boekje ontstaan, dat in het begin van het volgende jaar
door Altorffer 6 uitgegeven is onder den titel Willebrord. Een blik
in de toekomst en met het motto "[Les rêves du passé sont devenus
l'histoire du présent. Rêvons encore et travaillons, les rêves d'aujourhui
seront fhistoire de l'avenir.]
Maar niet alleen door een onbestemd gevoel van onze zorgvolle toe
komst en door velerlei teleurstellingen werd onze stemming gedrukt;
wij deelden ook in de algemeene sensatie door den reuzenstrijd tus-
schen Frankrijk en Duitschland 30 overal te weeg gebracht. Meer dan
eens dreigde ons vaderland in de bloedige worsteling betrokken te zul
len worden en om de onzijdigheid te bewaren werd ons klein legertje
met moeite op een soort van voet van oorlog gebracht en in de vestin
gen samen getrokken. Op den 23 Juli verliet het garnizoen onze stad,
doch kwam gelukkig na een paar maanden terug. De afdeeling van het
Roode kruis, waarvan ik sedert de oprichting bestuurslid en toen pen
ningmeester ontving in die dagen vele en soms belangrijke giften.
De onware tijdingen hier en elders, soms met toestemming der regee
ring verspreid, gaven aanleiding dat ik in het Vaderland van 5 Sept. 70
een artikel schreef over Waarheid en openbaarheid in Staat en Krijgs
kunde.
Het Taal en letterkundig congres dat in Augustus zou gehouden wor
den, werd om de tijdsomstandigheden uitgesteld. De Tentoonstelling
van Zeeuwsche oud- en merkwaardigheden13e, die door het Zeeuwsch
genootschap 155 voor die gelegenheid was tot stand gebracht, was te
ver gevorderd om verzet te worden. Zij is dus doorgegaan, en hoewel
uiterst merkwaardig en vooral door G.N. de Stoppelaar met smaak
geordend, werd zij niet zoovee! bezocht als wij hadden mogen verwach
ten. Ik was lid der Commissie en bewerkte van den Catalogus bl 1-60,
zijnde de rubrieken A, B en C.
In het laatst van October werd ik door het Nutsdepartement77 gecom
mitteerd in eene vergadering te Amsterdam over de traktementen der
onderwijzers, de zoogenoemde minimumlijders. Op verzoek van den
algemeenen secretaris van Hees schreef ik Een praatje over (de dikwijls
zoo belachelijke) titels dat door de Maatschappij uitgegeven werd.
In het Volksblad van Januari schreef ik een artikel Uit het leven van
een daglooner, afzonderlijk uitgegeven in het mengelwerk.
Op eene volksbijeenkomst in de concertzaal (23 Nov.) las ik over
Spoken, heksen en geestverschijningen, waarbij ik mijne oude vriendin
104