Waarschijnlijk door bemiddeling mijner Belgische vrienden werd ik in Januari benoemd tot lid der Maatschappij van Nederl. letterkunde "De taal is gansch het volk" te Gent76. Door de vele werkzaamheden van den ijk en de vele correspondentie, door mijne verbintenis en huwelijk, kwam er van geschied, en letterk. arbeid niet veel. Behalve een paar mededeelingen in de Sectie-verga dering van het Zeeuwsch genootschap 155, sprak ik enkele malen in de volksbijeenkomsten. Een verslag over den merkwaardigen bijbel, in de amerikaansch- indiaansche taal, vertaald door John Eliot en in het bezit van het Z.gen., werd gedrukt en vertaald overgenomen in de Werken der Machasuset Historical society. 1874 Het jaar 74 liet zich voor Middelburg zeer gunstig aanzien, daar het reederij kantoor van Zeylen en Dekker zich uit Rotterdam hier vesti gen kwam, en een aantal groote driemasters medebracht; zoodat de Loskaai82 doorgaans een zeer vroolijk en opwekkend aanzien had. De pittige persoonlijkheid van de Decker Het zich spoedig bemerken, zoo door het aankoopen van verscheidene huizen, als door zijn voor nemen om een gedeelte der haven tot droogdok in te richten. Deze zaak werd in eene, door het publiek druk bezochte raadsvergadering op den 13 Juli besproken, en ik was onder de weinige leden die daar over het woord voerden, en de aanneming wenschelijk vonden om eene subsidie van \A ton toetestaan, vooral omdat de burgerij zich genoegzaam eenstemmig in dien geest had geuit. De driehonderdjarige gedachtenisviering der vrijwording van Middel burg uit de Spaansche heerschappij 50 werd hier kalm gevierd. In den schouwburg werd een drama van W. Appel opgevoerd "Het morgen licht van een nieuw leven" en ik las dien avond in de werkmans ver- eeniging over de belegering van Middelburg, opgehelderd door af beeldingen uit de Zelandia illustrata 157. In onzen familiekring had de gewone afwisseling van vreugde en leed plaats. Bij ons aangenaam uitstapje naar Utrecht om de verjaring van mijn schoonvader te vieren, werd mijne beste vrouw door aangezichts roos zóó ernstig ongesteld, dat zij weken lang aldaar moest vertoeven. Bij die gelegenheid maakte ik, door den boekhandelaar Beyers, kennis met een handschrift afkomstig van den bekenden Zierikzeeschen pen sionaris mr. A. de Ruever, waarover ik in de sectie vergadering van het Gen. eene mededeeling deed. Op den 29 Januari stierf de goede oom Koos (mr. J.J. Ermerins te Zierikzee), van wien wij altijd veel vriendschap hadden ondervonden, en aan wien ik mij zeer verbonden gevoelde. In zijn uiterste wil had hij ons niet vergeten. Hij had lang en veel geleden, geheel anders dan 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 108