ontsteking en op den 11 Aug. stierf zij 34 jaren oud. Hoeveel zorg dat
smartelijk lijden ook in ons huis gaf, zouden wij dat door vurig geloof
en vast vertrouwen leerrijke sterfbed niet gaarne hebben gemist. Haar
stof rust te Koudekerke nevens dat mijner lieve vrouw en op haar
zerk staat Gezang 202 vs 4, dat zij stervende en nauwelijks hoorbaar
en met gebroken stem nog uitsprak. Hare zuster Constance, die in
de laatste dagen bij ons logeerde, werd ons eene lieve vriendin, die wij
voortaan als eene zuster hebben beschouwd en bemind.
In het begin van Sept. bezochten wij Utrecht en gingen toen ook een
paar dagen naar de ouders van Rika in den Briel. Met Constance
brachten wij op de terugreis een morgen te Heenvliet door en bezoch
ten het graf van Caroline's jongste zuster Annet in [1865] aldaar ge
storven. Bij die gelegenheid zag ik ook de merkwaardige doch ver
waarloosde overblijfselen van het slot Ravestein 116 aldaar, wat aan
leiding gaf dat ik in de Nieuwe Rotterd. courant van 11 Sept. een
klein stukje schreef: Eene bede voor een bouwval.
Niet lang daarna was ik een dag in Tholen om Bierens te St. Annaland
een bezoek te brengen en persoonlijk kennis te maken met A. Geluk
die op Cereshof woonde en over Reimerswael wilde schrijven. Van
den overschoonen Septemberdag heb ik vriendelijke herinneringen.
De lastige communicatie van dit vruchtbare land deed mij in de N.
Rott. courant een artikel schrijven Een huis zonder deuren, waarin ik
aandrong op een steiger bij Stavenisse. Dat zulks heeft mede gewerkt
om de aanlegplaats tot stand te brengen wil ik hopen.
Een mijner beide opvolgers Dr. Haselhoff Roelfsema, een kundig,
goed, maar wat zonderling man werd onze huisvriend en wij hadden
menigen gezelligen avond met hem. Na den her-ijk 154 kwam hij twee
malen in de week 's morgens latijn bij mij lezen en kon ik bij het ver
klaren van Nepos zijne grondige geleerdheid bewonderen. Treurig is
het met hem afgeloopen. In het volgend jaar werd hij gaande weg
krankzinnig, zoodat zijn oom, dhr. Verster uit Amsterdam (Perry en
Comp.) overkwam en hij naar een gesticht te Utr. vervoerd werd,
waar hij niet lang daarna gestorven is.
Onder de vele vrienden en goede bekenden, die dit jaar door den
dood werden weggenomen, behoorde ook de koster der Koorkerk 82
Schutters. Lang was hij ziek geweest; op Hemelvaartsdag werd hij
ter aarde besteld in tegenwoordigheid van vele oud kerkeraadsleden
die Altorffer en ik daartoe in de courant hadden uitgenoodigd. Bij
zijn graf herdacht ik met een kort woord 's mans onvermoeiden ijver
en dienstvaardigheid.
Voor het Zeeuwsch genootschap 155 wijdde ik mij geheel aan de be
werking van het 2e deel der Zelandia illustrata157; ik nummerde en
schikte bovendien deze geheele verzameling. Het 3e vervolg op den
Catalogus zag het licht en de verzameling boeken over Zeeland of
113