Kuiler lieten uitwerken. Na lang opnemen en over en weer praten werd
het huisje voor 3300 gl. door timmerman Kuiler aangenomen, dien wij
echter na den afloop met eenige honderden guldens moesten te gemoet
komen.
Over Domburg had ik, met een paar afbeeldingen, in Eigen Haard (No
28 en 29) een opstel geschreven.
Over een kunstbeschouwing van aquarellen toekomende dhr. W.C.M.
de Jonge van Ellemeet op het paviljoen te Domburg plaatste ik een
artikeltje in de Middelb. courant van 15 Aug.
Het werkje over Reimerswaal door Geluk samengesteld, door F.
Cal and overgewerkt, door mij nagezien en waarbij ik eene voorrede en
een kaartje had gevoegd, verscheen in het voorjaar bij van Benthem
en Jutting 12 in het licht.
In October gaven de negerzangers 94 zoo genoemde Jubilee singers in
de Nieuwe kerk82 te Middelb. een concert. Door Ds. J.P. Nonhebei
was ik met hen in aanraking gekomen, kon ik hen wat voorthelpen en
kreeg toen van hun een gedenkboek als geschenk.
Een bezoek te Kapelle (Zuid Beveland) bracht mij in de gedachte om
de grafmonumenten der familie Van Tuyll van Serooskerke in de ker
ken te Kapelle, Serooskerke (Walcheren) en Stavenisse te doen restau-
reeren 44. Ik schreef daarover aan dhr. v. Tuyll op het kasteel te Zui
len en kwam toevallig uitnemend terecht. Dhr. v. Tuyll was terstond
bereid en stelde mij in staat om aan die drie gedenkteekenen omstreeks
2300 gl. te doen verwerken. De zaak slaagde voortreffelijk en de jonge
beeldhouwer J.G. den Hollander had alle eer van zijn arbeid, waarmede
hij een paar jaren bezig was. In den Nederl. Spectator van 19 Oct.
1878 (overgenomen in de Middelb. courant) gaf ik een verslag dier
herstelling, alsmede over het graf te Stavenisse in de Kunstbode van 30
Oct. 1880.
Onder het werk dit jaar gedaan, behoorde een geschreven catalogus
van al de monumenten van oudheid en kunst in Zeeland, bestemd
voor de Commissie tot opsporing en bewaring dier gedenkteekenen 155.
Van de verzameling schilderijen enz., dit jaar vermeerderd met eenige
familieportretten gelegateerd door mr. J. de Witte van Citters, maakte
ik nieuwe registers. Ook van mijn eigen bibliotheek stelde ik een nieu
wen catalogus samen.
In de Sectie der historie deelde ik in Januari eenige byzonderheden
mede over de oudste geschiedenis van Schouwen, Duiveland en Tho-
len.
1878
Van onze stad heb ik over het jaar 78 weinig merkwaardigs op te tee
kenen. Ook in ons familieleven had er niet veel belangrijks plaats. Een
117