Het pas georganiseerde gymnasium 83 leed op 18 April een groot ver lies door het overlijden van den rector Dr. H. Polman Kruseman. Hij was een uitnemend onderwijzer, die tijdens zijn veeljarig verblijf alhier niet weinig kundige leerlingen heeft gevormd, waarvan de meesten hem met meer dankbaarheid dan liefde herinneren. Als bibliothecaris van het Zeeuwsch Genootschap 155 was hij mijn voorganger. In Juni besloot de gemeenteraad 39 om een gasfabriek te stichten. Ik zag daarin nog al gevaar, vooral met het oog op de naderende con currentie van het electrisch licht. De meerderheid deelde echter dat bezwaar niet en met 8 tegen 7 stemmen werd besloten om een gas fabriek te koopen en daarvoor eene geldleening te doen. Op den 1 Jan. 1881 kwam de bestaande fabriek in het bezit der gemeente. Eene groote verandering had er in ons huiselijk leven plaats, door het naar de kostschool gaan onzer lieve Jeanne. Na rijpe overweging was het onze innige overtuiging geworden dat het voor ons kind zeer wenschelijk wezen zou, indien zij eens in een zachten vriendelijken meisjeskring verkeeren kon, waar eenvoudige levensmanier zich paarde aan religieuse opvoeding in vrijzinnigen geest. Na veel schrijven en vooral op aanbeveling van ds. Maronier te Utrecht meenden wij zulk eene inrichting gevonden te hebben bij juffr. C.D. Wor aan de Steeg bij Arnhem. Wij gingen hiertoe te eerder over daar de school te Mid- delb. (onderricht kreeg) opgeheven werd, om plaats te maken voor een Hooger Burgerschool waarvan wij de manier van doceeren voor Jeanne minder wenschelijk vonden. Na eenige dagen in Utrecht vertoefd te hebben, Amsterdam te hebben bezocht en ook te Arnhem bij Ruighart te hebben gelogeerd brachten wij ons kind den 7 Sept. naar school. Nog gevoel ik den indruk toen we van onze lieveling afscheid namen en het dierbaarste wat we beiden bezaten in vreemde handen ter opvoeding overgaven. Een nieuw tijd perk in haar leven ving daarmede aan en niemand kon zeggen wat daaruit voortkomen zou. Pijnlijker zou het echter geweest zijn indien ons geweten niet met volkomen zekerheid had getuigd, dat we handel den niet voor ons gemak of voor onze rust, maar alleen in het belang en voor het genoegen van ons lief kind. Jeanne wende zich spoedig op school en schreef opgewekte en aangename brieven. In het midden van December ging ik haar te Utrecht afhalen en brachten wij eene genoeg lijke Kerstvacantie met haar door. Om het kostbare schoolliggen, zonder geheele verandering onzer le vensmanier, finantieel mogelijk te maken, kwam mijn schoonvader bij ons in huis wonen, wat ook in zijn belang zeer wenschelijk was. Toen deze schikking in het begin des jaars met de familie besproken was ging mijne vrouw in April naar Utrecht om alles te regelen en op den 7 Mei kwam de goede oude man bij ons in huis. Een donkere schaduw viel dit jaar op onzen levensweg door het lang- 124

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 122