verzoek, een album blad, dat ik in Juli op Westhove149 schetste en in
verband bracht met hare novelle over Pieter Loyseleur.
In Mei maakte ik kennis met juffr. de Leeuw (Geertruida Carelsen)
die lief schrijven kan. Als eene vriendin van Guillette (de Lange) Wil-
leumier, logeerde zij bij Koch en bracht een avond bij ons door.
Op den 16 december voeren wij naar Veere om mijn besten vriend
van der Grijp die naar Zierikzee vertrok uitgeleide te doen. Onderweg
begon het te misten zoodat de boot pas den volgenden morgen te
Zierikzee kwam. Niet licht zal uit mijn geheugen gaan de wandeling
eerst door het stille Veere en vervolgens bij toenemenden nevel en
vallende duisternis langs de eenzame verlaten straatweg terwijl in de
verte de voor ons toen onverklaarbare geluiden van den misthoren te
Vlissingen klonken.
In Januari had ik een correspondentie met den oud zeeofficier v. Bleijs-
wijk Ris te Leiden (getr. met eene nicht van Marie) die mijn naam
genoemd had onder eene advertentie voor giften ten behoeve der na
gelaten betrekkingen van verongelukte Katwijker visschers. Tot mijne
verbazing ontving ik daar voor nog in de zeventig gl.
Den 9 Febr. raakten wij eindelijk met de gedachtenis van onzen vriend
H.Q. Janssen gereed en konden dhr. Abresch en ik aan de weduwe een
keurig gebonden album met portret en inschrift aanbieden 33.
Den 16 Febr. werd het huis "De Steenrots" 82 publiek verkocht en er
was gevaar dat de fraaie gevel zou worden gesloopt. Ik schreef er over
aan dhr. A.L. Dyserinck te Haarlem, wiens voorouders het huis had
den bewoond, en vond hem tot koopen niet ongenegen. Dit geschiedde
dan ook (voor) door tusschenkomst van dhr. J.A. Frederiks. In Maart
kwam dhr. D. over en maakte ik met genoegen zijn kennis. Tot mijn
leedwezen bleek de koop niet voordeeüg en het huis bleef lang on-
verhuurd.
In het museum 82 werd de "steenenkamer" bevattende meest de onder
den grond gevonden oudheden, geschikt en verbeterd. De hoerenkamer
was in April gemeubeld en werd vrij druk bezocht vooral na een zeer
waardeerend artikel vdhr. Pisuisse in de Middelburgsche courant85
door andere couranten overgenomen. In Juni maakte ik met Dr. de
Man van die verzameling een inventaris. Het kabinet van zeldzaam
heden kon ik verrijken met een verguld Buddha beeldje dat ik van de
vrienden Hamel te Bangkok (Siam) ontving.
Het Vervolg der Zelandia illustrata 157 werd genummerd, met eti-
quetten voorzien en in de portefeuilles eene behoorlijke plaats ge
geven.
Het 2e en laatste deel van den Catalogus der Bibliotheek was afgewerkt
en in het voorjaar had ik eene vrij uitgebreide voorrede geschreven.
Zonder het voorbeeldeloos talmen van de drukkers Altorffer6, die
tusschen de een en de andere proef soms een half jaar lieten verloopen,
135