er niet weinig. Gezellig was het bijzijn van Mietje Ruighart die er den meesten tijd bij ons doorbracht. Ook Cornells was daar, doch er viel een schaduw op zijn verblijf, door dat hij niet slaagde in zijn over gangsexamen B. Hij had goed gewerkt en de ongunstige uitslag was, naar de professoren mij mededeelden, meer te wijten aan een onge lukkig examen dan aan onwetendheid. Waarschijnlijk had hij de hoo- gere kringen der wiskunde, waarvoor hij niet veel aanleg heeft, te wei nig geteld. Mijn goede schoonvader genoot veel te Domburg en zat menigen morgen in de veranda ("vier handen" zooals timmerman de Voogd zegt) met Homerus in de hand en een gouwenaar in den mond. Op de 1 Augustus vertrok hij met mijne vrouw naar Maarssen, toen weinig vermoedende dat hij voor goed Middelburg en ons huiselijk leven verliet. Tijdens ons verblijf te Domburg kwam aldaar de telefoon verbinding tot stand waarvan ik in het hierna te vermelden Badnieuws een bericht gaf. In het begin van het jaar was ik benoemd als lid der Commissie voor de afdeeling Retrospectieve kunst bij de Amsterdamsche Inter nationale Tentoonstelling 7. Dit gaf ook al aanleiding dat wij die Ten toonstelling gingen bezoeken, wat echter voor al met het oog op Jeanne geschiedde. Wij gingen er den 5 Aug. heen, en namen een rondreiskaart, waardoor wij gelegenheid hadden om te Haarlem de vrienden Sybrandi, te Zandvoort broeder Marius en de zijnen, en te Dordrecht de vrienden Röell een bezoek te brengen. In het Badnieuws plaatste ik een fragment uit een brief eener Wal- chersche boerin over "de Toonstellinge" die in onderscheidene cou ranten overgenomen werd. In het laatst van Aug. deed Jeanne met haar Oom en tante van Citters een aangename reis naar Luxemburg en Trier. Nadat wij in de eerste dagen van October nog een nacht in Domburg29 hadden doorgebracht, waar wij ons huisje, voor drie maanden ad 250 gl. aan de familie Carp verhuurd, weder in winterstaat gingen brengen, reisden wij tegen het einde dier maand naar Utrecht en Amsterdam. Wij bezochten toen de Tentoonstelling 7, die reeds grootendeels ont takeld was, doch ik vatte er eene koude, die mij stemloos maakte, zoo dat ik een dag of tien bij nicht N. te Utrecht het huis moest houden. De zilveren bruiloft van broeder Willem G. Jan Willem G.], op 20 October te Amsterdam gevierd, werd daar door alleen door mijne vrouw bijgewoond, en van de onthulling van het standbeeld van graaf Jan van Nassau te Utrecht35 hoorde ik alleen de kanonschoten dave ren, doch zag er niets van. In het laatst van Nov. waren wij weder in Utrecht en aanschouwden toen de roode lucht bij zonsondergang, waarover toen veel gesproken werd en die met de uitbarsting van den Krakatau-vulkaan 71 in Oost-Indië in verband werd gebracht. Wij wa ren destijds in Utrecht om naar een huis uit te zien, daar wij voor- 138

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 136