ik met Jeanne naar Leeuwarden, waar wij den volgenden dag den 55
jarigen huwelijksdag van Proes en Mimi met een gezellig diné en vele
blijken van belangstelling vierden. Van vele vrienden kregen wij in de
eerste weken een gezellig bezoek; zooals van v.d. Grijp (20 Mei);
Röell (24 Mei) enz. Ook maakten wij, behalve de vele oude vrienden,
nieuwe kennissen o.a. met dhr. P. van Oort, o.a. schrijver van Schipper
Verduin, die echter kort daarop naar Hilversum ging wonen; ook onze
vrienden kolonel Callenfels en fam, die in Oct. naar den Haag ver
huisden. Den 10 April kwam Jeanne van de kostschool te Voorburg,
en hoewel zij zich in 't eerst uit den drukken kring in ons stil gezin wei
nig tehuis gevoelde, werd dit langzamerhand beter. Bij hare terug
komst werd zij door eene nieuwe bij Rahr gekochte pianino verrast,
waarvoor Caroline al jaren lang in stilte gespaard had. Reeds kort na
onze verhuizing, verloren wij in Utrecht, een vriendin met wie ik vele
oude herinneringen gemeen had; want na eene korte ongesteldheid
stierf op 2 Mei Cornelia van der Groesen.
In het laatst van Juni gingen wij naar Domburg 29 en genoten met
Mietje Ruighart, die tijdens ons verblijf logeeren bleef, van het over
heerlijke weer, daar wij ons dorpje nog nooit met zulk een reeks van
schoone dagen en dicht groen hadden gezien. Kort na onze komst (13
Juni) werden wij verheugd door de komst van Comelis, die zijn examen
B gelukkig had afgelegd, en die niet weinig genoot van het voor hem
zoo aantrekkelijke buiten leven, zoodat hij nog na ons vertrek bij dok
ter Janssen logeeren bleef. In Domburg vernamen wij het overlijden
van den ziekelijken Kroonprins [Prins Alexander] (21 Juni), een be
richt dat ons kalm liet. Meer ontsteltenis gaf ons een telegram dat wij
den 6 Juli des zondags na kerktijd ontvingen met bericht dat de goede
tante Dompeling te Spa erg ziek was geworden en hulp verlangde. Een
paar uren later zaten wij reeds in het wagentje van Schrier, Cornelis
bracht Caroline naar Boxtel, van waar zij verder met br. Marius [Wil
lem Marius Gunning] naar Luik spoorde, om den volgenden morgen
naar Spa te vertrekken. Gelukkig nam de ziekte een gunstige keer,
zoodat Caroline reeds 10 Juli terug kwam, wat mij eene aangename
verrassing was. Onder de vriendelijke herinneringen van ons verblijf
te Domburg behoort ook een bezoek van de vrienden Ruighart die
een paar dagen in het Bad-Hotel vertoefden (4-5 Juli). Met Dr. Jans
sen waren wij een paar keeren te Westkappel, waar de drie zusters
Louws voor ons een alleraardigst popje in Walchersche dracht kleed
den.
Daar ik in de Bibliotheek van het Zeeuwsch gen.155 nog een en ander
had in orde te brengen, en wij ook nog eenige bezoeken in Middelb.
wilden afleggen, besloten wij nog een dag of acht in Middelb. te blij
ven en huurden, om vrij te zijn, de kamers door onzen vriend Steringa
Kuyper bewoond, bij de Maagd in den Langen delft. Op den 15 Juli
145