Mulder (?-?)- Referendaris Dept. van Koloniën.
Muller, Frederik (1817-1881). Boekhandelaar-antiquaar te Amsterdam. Frede-
riks-v.d. Branden, p. 534; NNBW dl 2, kol. 957-958, 1912.
Muller, W.J. (?-?). Diaken Ned. Hervormde kerk te Middelburg.
Munck, Jan de (1687-1768). Stadsarchitect van Middelburg 1730-1758. Bouwde
de Koepoort, Lutherse kerk, de Kraan, en zijn eigen woonhuis met observatorium
waar hij astronomische waarnemingen deed. L.v.Z. dl 2, p. 245.
Muntendam (?-?). Maakte beker uit een struisvogel-ei, gezonden door Jan Er-
merins, koopman te Kaapstad. Zie ook Jan Ermerins.
Naerebout, Frans (1748-1818). Loods te Vlissingen. Op 24 Juli 1779 redde hij
met nog acht andere zeelieden 92 opvarenden van de "Woestduin" op de Noor
derrassen voor Zoutelande. Verrichtte later nog veel belangrijke loodsdiensten.
L.v.Z. dl 2, p. 250. Werkloos geworden tijdens de Franse bezetting. Werd lan
taarnopsteker bij de monding van de Zandkreek in 1808, later bode en opzich
ter van het dijkbestuur van de Lodewijkspolder, sluiswachter en havenmeester
van het Sas van Goes (J.G.M. van der Poel, De Wilhelminapolder 1809-1959. -
Wageningen, 1959, p. 67-68).
Nagtglas, Adriana Maria Cornelia Johanna (Jeanne) (Middelburg, 10 dec. 1866-
Arnhem, 13 juli 1957). Dochter van Nagtglas en M.P.W. Ermerins. Getrouwd
te Utrecht op 25 mei 1887 met Louis Boot (Heilo, 12 nov. 1856-Nijmegen, 13
juli 1923). Bij Kon. Besluit van 29 dec. 1903 no. 30 mochten hun kinderen de
naam Nagtglas Boot gaan voeren.
Nagtglas, Agatha Maria (Mimi) (1807-1898). Oudste zuster van Nagtglas. Ge
trouwd in 1829 met Ds. L. Proes (1805-1891).
Nagtglas, Caroline Magdalena (Lien) (1816-1897). Jongste zuster van Nagtglas,
ongetrouwd. Zij kwam bij Nagtglas te Middelburg wonen na de dood van zijn
eerste vrouw.
Nagtglas, Gomelis Johannes (1774-1862). Vader van Nagtglas. Notaris tot 1847.
Burgemeester van Gerverskop en de Brendijk, en schout van deze polders. In
1817 rentmeester van het Bartholomei-gasthuis te Utrecht. Hij was getrouwd in
1804 met Maria Ruyghart (1779-1855).
Nagtglas, Gomelis Johannes Marius (Kees-Jan) (1814-1897). Tweede broeder
van Nagtglas. Getrouwd in 1862 met Wilhelmina Sofia Michel. Evenals zijn
broer Hendrik Nagtglas was Kees-Jan betrokken bij het debacle van de Maat
schappij ter vereeniging van de Eems en de Zuiderzee door de Drentsche heide
in 1848. Zie noot 78. Vertrok in 1851 naar Guinea als assistent en doorliep daar
diverse rangen tot gouverneur 1858, en regerings-commissaris tot 1871. Zie on
der: Guinea. Tijdens zijn verblijf in Guinea verzamelde hij een menigte dier
soorten voor het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. Verscheidene
waren geheel nieuw voor de wetenschap: een slaapmuis Graphiurus nagtglasii)
en een neushoornvogel Buceros nagtglassiwerden naar hem genoemd. Zie: A.
Gijzen, 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie 1820-1915. - Rotterdam, 1938,
p. 136-138. Aan het Z.G.d.W. schonk hij een handschrift met verschillende Ara
bische dichtstukken gevonden aan de rivier de Gambia. Versl.Alg.Verg. Z.G.d.W.
4 nov. 1863, p. 24. In Memoriam C.J.M. Nagtglas. - Wereldkroniek 30 jan.
1897; J.J. Fraser, Hoe Nederland de Goudkust verloor. Het merkwaardige en
bewogen leven van Nagtglas. Ons Westafrikaans bezit werd te duur gevonden. -
Vaderland, 19 sept. 1959. H. Muller, Muller, een Rotterdams zeehandelaar Hen
drik Muller Szn (1819-1898). - Schiedam, 1977, 467 pp. Na zijn pensionering
ging hij in 1874 wonen op "Flevorama" te Harderwijk. Zie ook noot 46.
Nagtglas, Frederik (Utrecht, 7 nov. 1821-De Bilt, 19 aug. 1902). Getrouwd te
Zierikzee op 1 sept. 1848 met Maria Petronella Wilhelmina Ermerins (Goes, 26
oct. 1824-Middelburg, 16 oct. 1871). Hertrouwd te Nunspeet op 24 sept. 1873
met Frangoise Caroline Gunning (Vlaardingen, 19 dec. 1830-Utrecht, 9 okt.
185