1880. President en secretaris van de commissie tot het opsporen en bewaren van monumenten van oudheid en kunst in Zeeland. 1880, januari tot april. Waarnemend voorzitter van het Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen. 1880. Lid van de commissie tot oprichting van een gedenkteken voor Betje Wolff en Aagje Deken te Vlissingen. 1880. Lid van het comité tot bevordering der belangen van Domburg als badplaats. In 1881 secretaris-penningmeester. Dit comité is in 1897 overgegaan in de vereniging tot bevordering van de be langen der badplaats Domburg. 1881. Honorair lid van de heraldieke vereniging "De Nederlandsche Heraut" te 's-Gravenhage. 1881. Secretaris-penningmeester van de commissie voor plaatsing van een gedenkteken op het graf van H.Q. Janssen. 1881. Voorzitter van de commissie tot steun aan Transvaalse boeren. 1882, juli. Lid der commissie voor de restauratie van de stadhuistoren te Middelburg. 1882. juli. Bestuurder van het Nederlandsch Zendeling Genootschap te Rotterdam. 1883. Lid der commissie voor de afdeling Retrospectieve Kunst bij de Amsterdamse Internationale Tentoonstelling. 1884. Verhuisd naar Utrecht. 1884. Lid van het Leesmuseum te Utrecht. 1885. Secretaris van de afdeling Utrecht van het Nederlandsch Zende ling Genootschap. Tot 1896. 1897. Bestuurslid van de afdeling Utrecht der Evangelische Maat schappij. 1897,18 april. Verhuisd naar De Bilt. 1902, 19 augustus. Overleden te De Bilt. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 20