zee ging Cats naar Leiden, waar hij in huis kwam bij Johannes Cor nelius Gesselius 8. Deze was rector van de Latijnse school in Amers foort geweest, vanwaar hij, wegens zijn katholieke gezindheid ontsla gen, vertrokken was naar Leiden. Daar voorzag hij in zijn levensonder houd door een soort kostschool te beginnen. Op 4 mei 1590 werd hij in het Album studiosorum van de Leidse Universiteit ingeschreven9, niet om de colleges te volgen, maar om te kunnen genieten van be paalde belastingvrijdommen, zoals op wijn en bier. Cats gedenkt Ges selius vol dankbaarheid, onder andere omdat hij hem in aanraking heeft gebracht met het Grieks (dat hij overigens later op instigatie van slechte raadgevers en door eigen laksheid zou verwaarlozen). Op 12 augustus 1593 laat hij zich, tegelijk met twee huisgenoten, Arnoldus Cornelii uit Delft en Joannes Sasbout uit 's-Gravenhage (Hagensis), als "litterator" inschrijven 10, maar blijft bij Gesselius wonen 11. Wan neer Gesselius op advies van Johan van Oldebarneveldt in februari 1595 de leiding weer op zich neemt van de tijdens zijn afwezigheid sterk teruggelopen Latijnse school in Amersfoort12, moet Cats ver huizen. Hij neemt zijn intrek bij Antonius Trutius, hoogleraar in de logica en de natuurkunde13. Cats omschrijft zelf deze verhuizing als volgt: lek hebbe naderhant mijn woonplaats toen genomen, By seecker deftig Man van Leuven daar gekomen, Moulijn beneffens hem die lasen bey gelijck, Wat Aristoteles schreef in het Griecksche Rijck u. In dat zelfde jaar 1595 moet Cats zijn overgegaan op de studie van het recht15 en krijgt hij als huisgenoot onder anderen Cornelius Mel- chior, van het eiland Goeree afkomstig, die zich op 23 september 1594 als student in de medicijnen had laten inschrijven 16. Waar Cats in 1596 woonde is niet bekend, omdat de recensielijsten van dat jaar ontbreken, maar in 1597 en 1598 treffen we hem samen met Corne lius Melchior aan bij Anna de Milde 17. Volgens het dagboek van Everard Bronchorst opponeerde Cats op 25 juli 1597 18 tijdens de promotie in de rechten van Elbertus Sosius, samen met Johannes Vogdius en Franciscus Bredius19. Cats heeft zijn graad niet in Leiden, maar in Orleans behaald: lek ginck tot Orliens my eerst ter neder setten, Daar ick meest besig was omtrent de Roomsche wetten. Tot dat ik brieven kreeg daar meed' ik wierd vereert, Als die in 't Keyserregt nu scheen te sijn volleert. Op 2 juni 1598 had hij zich in de Natio germanica aldaar laten in schrijven 20. Te Orleans heeft Cats zich volgens eigen zeggen uitste kend vermaakt en daarbij nog goed Frans geleerd. In Parijs maakte hij plannen om Italië te bezoeken, maar aangezien hij voor deze reis geen toestemming kreeg, keerde Cats terug naar het vaderland en 213

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 215