vraagt de dichter aan Scaliger [die pas te Leiden is aangekomen 27] en
aan Paaw hem te vergeven dat hij niet hen prijst: tegen die taak is hij
nog niet opgewassen.
Het tweede gedicht is een ode ter gelegenheid van het huwelijk van
Galenus van der Laen en Frangoise van Haemstede. De volledige titel
luidt: Ode epithalamia in nuptias nobïlissimi iuvenis Galeni vander-
Lam ac generosae virginis Franciscae ab Hemstede2S. Een mij onbe
kende hand heeft onder de titel met de pen geschreven: Jacobi FelisI
Browershavii. Dan volgt een vignet, opgebouwd uit typografische ele
menten, en het impressum: Lugduni Batavorum, apud Franciscum
Raphelengium, 1595 (afb. 2). Het boekje is gedrukt in 4° en telt 8
bladzijden. De verso van het titelblad is onbedrukt, de laatste blad
zijde draagt de ondertekening: Jacobus Felisius Br.
De aanleiding voor Cats om dit gedicht te schrijven is duidelijker dan
in het voorafgaande geval. Hij zegt zelf dat hij schrijft op aansporen
van de broer van de bruid, Adolphus. De familie Van Haemstede
behoorde tot de Zeeuwse adel en was afkomstig van Schouwen. Zij
stamde af van Witte van Haemstede, de bastaard van Floris V29.
Frangoise (verlatiniseerd tot Francisca) was de dochter van Adolf (I)
van Haemstede en zijn derde vrouw Anna d'Almaras. Deze Adolf I
(1520-1585) was vice-admiraal onder de Spanjaarden en nam onder
andere deel aan de slag bij Reimerswaal in 1574. Door de Geuzen
bij Lillo gevangen genomen en naar Delft overgebracht, weigerde hij
de Spaanse plannen te verraden en in Staatse dienst te treden. Ver
moedelijk zal Cats diens zoon Adolf (II, 1580-voor 1604), die uit
het zelfde huwelijk gesproten was als Frangoise, wel hebben leren
kennen tijdens hun jeugd op Schouwen of in Zierikzee. Later ontmoet
ten ze elkaar weer in Leiden 30.
Galenus van der Laen vinden we terug bij Ferwerda als Geleyn van
der Laan, heer van Uyterbuurt31. Hij was de zoon van Mr. Niclaes
van der Laen, Raad-Ordinaris van het Hof van Holland, en van Ca-
tharina Zegers van Wassenhove32. Geleyns broer Gerrit trouwde met
Frangoises zuster Barbara. Geleyn en Frangoise kregen zeven kinde
ren: 6 jongens en 1 meisje.
Over zijn leven is tamelijk veel bekend33. Op 21 november 1584 liet
hij zich als litterator te Leiden inschrijven 34, uit welke inschrijving
blijkt dat hij geboren is in 's-Gravenhage, wat goed te rijmen is met
de functie van zijn vader35. Als student woonde Geleyn bij zijn tante
Dieuwertje van der Laen, weduwe van Heynric van Assendelft. In
1584 woonde zij op de Breestraat, ongeveer ter hoogte van het hui
dige nummer 5436. Hij moet voor februari 1586 vertrokken zijn, want
vanaf die datum komt hij niet meer voor in de recensielij sten 37. In
1592 blijkt hij meerderjarig te zijn. Op 12 mei 1607 laat hij zich nog
maals te Leiden inschrijven en geeft als leeftijd 40 jaar op 38. Dit wijst
215