en Oranje en vermoedelijk afkomstig uit het gesloopte kasteel. Ook waren er merkwaardige afbeeldsels van gravin Jacoba van Beyeren en haar echtgenoot Frank van Borselen; alsmede van Koning Hendrik IV van Frankrijk en zijne tweede vrouw Maria de Medicis. Al die op mij gevestigde oogen en de herinneringen daardoor opgewekt werkten niet mede om mijne aandacht bij het wegen en meten te versterken. Mijne belangstelling in oudheden was spoedig verbreid en niet weinigen kwa men mijn oordeel vragen over oude schilderijen, meubelen of porce- lein en als ik gewild en gedurfd had, zou ik zeker voordeelige zaken hebben kunnen doen. Aan den goeden middagtafel in het logement, waar de goede oude Noom mede aanzat, had ik den eersten dag toe gestemd in het gezelschap van twee kommiezen der Rijksbelastingen. Zij hadden den logementhouder bekeurd, wegens het bezigen tot ver voer mijner goederen, van een niet in de belasting aangegeven paard; doch lieten zich met een goeden maaltijd en een glas wijn bevredigen. Het waren jolige kerels, echte declassés. De een, een aanzienlijk Bel gisch edelman, was officier der kavalerie geweest; de ander, mede van deftige afkomst, was te Leiden student. Wijntje en Trijntje hadden die jongelieden zedelijk vermoord. Hoewel groote opsnijders, gluurde de oorspronkelijke beschaving door de grover vormen van later dagen toch nog heen. Van Smerdiek, zooals het gewoonlijk genoemd werd, ging ik naar Tholen. Dit was in die dagen een lief, lustig stadje, waar in fraaie huizen vele welgestelde deftige familiën woonden, zooals van Stapele, van Voorst Catshoek, de Vulder van Noorden, Boom en anderen. De Burgemeester Krijn Wagtho, met wien ik in aanraking kwam, was een rijke advokaat en notaris, een stijf statig man, die mij aan Thorbecke denken deed. Aan de Waterpoort, waar de Eendracht voorbijstroomde, stond een uitnemend logement, destijds wel het beste in Zeeland. Onderscheiden ambtenaren hadden daarin huisvesting. Zoo maakte ik er met genoegen kennis met den Controleur van het Kadaster d'Aumerie, een beschaafd ontwikkeld man. Met hem deed ik een mooie wandeling over Halsteren naar Bergen op Zoom door een heuvelachtige boschrijke streek. Wij zagen de plaats, waar een hof stede de vroegere buitenplaats Zoomrust van mijn oudoom Rijnink had vervangen en waar Petronella Moens en Adriana van Overstraten meermalen bij hun gastvrijen vriend vertoefden, en te Tholen had ik juist van een meer dan 80 jarigen heer van der Burcht vernomen, dat de brave goedgeefsche predikant in zijne oude gemeente, in 1793 ver laten, nog niet vergeten was. In het logement woonde ook de Ingenieur van den Waterstaat J.A. Nicolson, een zonderling man, in die dagen nog vreemder omdat hij pas verloofd was en tot over de ooren ver liefd op eene juffr. de Vulder van Noorden, waarmede hij slechts enkele gelukkige huwelijksjaren heeft doorgebracht. Nog vertoefde in dat hotel dhr. W.P. van Visvliet toen controleur der belastingen, later 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 43