kennen waarbij mij het voorbeeld van Benjamin Franklin steeds voor den geest stond, wiens levensgeschiedenis mijn handboek werd. Laat mij hier in het voorbijgaan aan toevoegen, dat deze beroemde man te Zierikzee meer in gedachtenis was gebleven, door de haarden, die zijn naam droegen, en welke nog algemeen aldaar in zwang waren, dan we gens de lessen van levenswijsheid door hem verkondigd. Met niet min der ijver bestudeerde ik en verdiepte ik mij in het: Ontwerp tot eene algemeene Characterkunde uitgegeven door W.A. Ockerse, predikant te Wijk bij Duurstede 1788 enz., waaruit ik veel overschreef. Zoo als ik zeide, trok de staathuishoudkunde mij aan en vooral nadat ik op eene verkooping te Utrecht de tot dusver uitgekomen deelen van het Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek133 onder leiding van mr. B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis in eigendom had verkregen. De een voudige, heldere en dichterlijke voordracht, maakte mij spoedig tot een bewonderaar van dien uitnemenden man; welke vereering, na een persoonlijke kennismaking in 1862 niet verminderd is en tot zijn over lijden in 1884 heeft voortgeduurd. Aangemoedigd door het voorbeeld van Franklin, begon ik weder mijn dagboek geregeld bij te houden, doch hoofdzakelijk als een middel om het geheugen te hulp te komen en zonder mij in beschouwingen te verdiepen, slechts de dagelijksche voorvallen op te teekenen. Met tusschenruimten heb ik dat dagboek ingeschreven en van September 1873 iederen dag geregeld aangetee- kend, wat mij een bron is geweest van nut en genoegen. Om den tijd niet onnuttig door de vingers te zien glijden maakte ik een verdeeling van den dag 89, die ik in beginsel steeds heb volgehouden. Zij was als volgt: 8-10 uur Plan voor den dag maken; ontbijt; godsdienstige lectuur. 10-1 uur Studie als: Maandag: Geschiedenis Dinsdag: Wiskunde Woensdag: IJkwezen Donderdag: Geschiedenis Vrijdag: Letterkunde Zaterdag: IJkwezen Van 1-3 uur Wandelen-Plantsoen, Slingerboschje, Bolwerken, Sas enz.; soms ook visites, zelden sociëteit. 3-4 uur Maaltijd 4-5 uur Wandelen als voren 5-7 uur Algemeene lectuur 7-10 uur Studie als voren Na 10 uur Algemeene lectuur. Van vroeger tijd, eigenlijk voor zoo ver ik mij herinneren kan, was ik gewoon den dag met een ernstige gedachte te besluiten, wat ik steeds volgehouden [heb], In dien tijd las ik iederen avond het 181 der Evan gelische Gezangen en den Avondzang achter de Psalmen; wat ik hard- 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 50