denkbaar, dan zou eene dergelijke eentoonigheid eer verflauwing dan
versterking van het geestelijk leven te weeg brengen. Door te arbeiden
aan elkanders ontwikkeling, door geen geheimen voor elkander te heb
ben, alle achterdocht te vermijden en in den echt het vergeven en ver
geten toe te passen, zal het hart meer en meer opengaan voor alles wat
waar, goed en edel is. Er is veel geschreven over de wijs waarop
huwelijksgeluk te verkrijgen is en er zijn wel eens regelen gesteld die
men slechts had na te komen om op aarde gelukkig te zijn. Hoe goed
die schrijvers het ook meenden, zoo zou ik toch betwijfelen of door
hunne recepten de som van waarachtig heil wel zooveel toegenomen
is als zij zich voorstelden. Er is naar ik meen, slechts één middel om
geluk in den waren zin des woords op aarde te vinden en dat is voort
durende versterking van den band welke den menschengeest vereenigt
met den oorsprong van zijn bestaan. Een huisgezin zonder godsdienst
lijkt mij een onding. Waar de Gever van alle goede gaven niet wordt
geëerd, niet geluisterd wordt naar Zijn stem, kan de liefde op den duur
niet blijven gloeyen en ontstaat gaandeweg verkoeling zoo niet ver
deeldheid. Het Kompas des levens is de liefde en de ware stuurmans
kunst is om zich daardoor den weg te doen wijzen naar het eigenlijke
doel van ons aanzijn, naar God. Aangaande mij en mijn huis, wij
hopen den Heer te dienen, moge de Alwijze en Algoede dat voornemen
bekrachtigen". Zoo schreef ik in Augustus 1848 en op Vrijdag den 1
September werden wij door het huwelijk verbonden. Na een hartelijke
toespraak van den wethouder jhr. K.W. de Jonge, werd onze verbin
tenis na het Stadhuisbezoek ingezegend door dominee .T.B. Baren-
brügh in de Nieuwe kerk '59; zijnde wij het eerste paar dat aldaar
getrouwd werd. Tot onze groote spijt was mijn beste zwager Proes,
door allerlei omstandigheden en niet het minst door de lastige en
kostbare reis van Leeuwarden, verhinderd om over te komen, ook
onze vrienden Dumans waren op reis; zoodat van mijn kant alleen
zuster Caroline tegenwoordig was. De bruidsdagen waren zonder veel
drukte afgeloopen. Wij hadden een gezellig dinertje bij oom en tante
Ermerins van welke beste menschen wij steeds veel hartelijke vriend
schap ondervonden; ik gaf een rijtoer naar Bruinisse over Sirjansland
en de beide Zaterdagavonden kwamen de vriendinnen de voorkamer
bij mevr. Ermerins voor de receptie met groen en bloemen versieren,
of "kronen", gelijk dat in Zierikzee werd genoemd. Op den trouwdag
was er een dineetje bij mijn schoonmoeder en deed ik na afloop met
oom Ermerins en zwager Frans Ermerins eene gewone wandeling door
plantsoen en langs de singels. Daar wij niet op reis gingen, wandelden
wij na de thee kalm naar onze lieve eigen woning door mijn lieve
beste vrouw gezellig en netjes ingericht. O! wat was ik gelukkig en hoe
vurig dankte ik God. In dat vriendelijke kleine huis, waar een paar
jaren tevoren ook vriend Cau zijn huwelijksleven was begonnen, had-
69