vertrok. Onze vriend Buijze werd in het laatst van dit jaar als predi kant te Kleverskerke beroepen en in April van het volgende jaar door Ds Stetterogge bevestigd; wat voor ons nog al eens aanleiding gaf tot wandelingen naar dit uit den weg gelegen stille dorpje. Op verzoek van den uitgever Abrahams belastte ik mij met D.A. van Berlekom en Cornelis Slotemaker (die echter spoedig als predikant naar Cats vertrok) met de redactie van het Album van buitenl.letter- vruchten (later De Globe). Daarvoor vertaalde ik in dat jaar uit het Engelsch en Fransch meer dan twintig soms uitgebreide stukken, wat mij in het begin vrij moeielijk viel, doch spoedig gemakkelijker werd; een honoraarium van acht gulden per vel verzoette dien arbeid. In de Middelburgsche courant85 schreef ik menig artikel, waarvan ik soms veel genoegen had, zooals van drie stukken over de O.I.Com- pagnie en drie over de Staatsschulden, voor welke laatste de toenmalige oorlog van Frankrijk, Engeland en Turkije met Rusland, geconcen treerd in het beleg van Sebastopol, voldoende aanleiding gaf. Daar de finantiële omstandigheden van mijn toen te Nunspeet wo nenden oudsten broeder zeer ongunstig waren geworden, zag hij naar vertaalwerk om. Het gelukte mij hem door Abrahams te helpen aan het overbrengen uit het Duitsch van Vine. Nolte Vijftig jaren in beide halfronden. Daar mijn broeder van het vertalen niet heel veel slag had, kostte de omwerking en correctie van handschrift en proeven mij veel moeite. De Navorscher wekte nog steeds mijne belangstelling en de bespreking daarin had nu en dan praktisch nut, zoo als o.a. voor 't restaureeren van een schilderij te St. Annaland. 1855 Het jaar begon met eene afvaardiging van wege het Nutsdepartement77 naar Amsterdam, wat nog vóór het invallen van den strengen winter afliep. Het was toen zóó koud, dat de gemeenschap met Zuid Beve land over het toegevroren Sloe plaats had. Nauwelijks was het ijs ver dwenen en kon omstreeks half Maart de boot weder varen, of ik reisde naar Nunspeet, waar mijne beste moeder reeds lang aan eene hart kwaal lijdende was. Ik telegrafeerde mijne goede overkomst uit Vlis- singen, daar het kantoor te Middelburg pas in April geopend werd. Op den 21 April stierf, 76 jaren oud, de dierbare vrouw, die wij allen steeds zoo innig lief hadden gehad en die dat ook zoo volkomen ver diende. In dankbare en vriendelijke herinnering leeft hare gedachtenis als die eener trouwe moeder en voortreffelijke vrouw in de harten harer kinderen. Ik had het genoegen haar de goede berichten van Elmina 46 mede te kunnen deelen, toen pas door mij ontvangen. In Augustus deden wij een uitstapje naar Dusseldorp, Elberfeldt en 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 79