in het voorjaar kwam mijn broeder, als Luitt-kolonel, Gouverneur der Nederl. Bezittingen ter kuste van Afrika46, met verlof. Den 27 en 28 Mei Zo en Maandag woedde er een hevige storm, als de Pinkster- storm bekend gebleven. Door den wind met stortregens vergezeld kon men nauwlijks op straat komen. Met oom Koos (mr. J.J. Ermerins uit Zierikzee), die bij ons logeerde ging ik nog even uit. De lucht was loodblauw en op De Wal hoorden wij den wind, als in November door den toren razen. Het pas ontloken lenteloof leed geweldig en toen wij een week of vijf later waren in het geboomte overal nog de sporen te zien der groote verwoesting door regen en wind. Op den 9 Juli, den 86 verjaardag van mijn vader, hadden wij te Nunspeet een onvergete lijke familiebijeenkomst, met een kerkdienst, waarbij Proes voorging. Als herinnering aan die reünie kreeg ieder der aanwezigen een ring van Afrikaansch goud met inschrift. In onze familieaanteekeningen heb ik dien gedenkdag omstandiger beschreven. In Sept. logeerde mijn broeder bij ons en in Dec. vertrok hij weder naar de Kust. De Spoorwegwet128, waarop men in Middelburg gouden bergen bouw de, werd op 9 Febr. door de Eerste-kamer der Staten generaal verwor pen; waarover ik een hartig woordje in de Middelburgsche courant85 schreef. Het weduwfonds van Rietveld en Te Winkel, waarvan de soliditeit reeds voor jaren was betwist, ging dit jaar ten onder m. Eene toevallige omstandigheid gaf aanleiding, dat ik onzen vriend Buijze pred. te Kleverskerke, te Hulst aanbevelen kon. Hij werd er beroepen, en zoowel voor hem als voor de gemeente was die keus goed. Wat ik lang gewenscht en gesteund had, kwam tot stand. Op den 10 Januari werd van wege het Zeeuwsch Genootschap 155 in het Museum eene Leesinrichting geopend; voorloopig alleen Dinsdag en Donder dag van 1-4 en van 6-10 uren. Ds Ten Kate, die in het voorjaar als pred. naar Amsterdam vertrok, had het eerst onze aandacht op het wenschelijke van zulk een instelling gevestigd. In het begin des jaars zag mijn boekje het licht De kerkeraad der Nederd. Herv. gemeente te Middelb. van 1574 tot 1860. Ik had in de laatste jaren aan dat werk nog al zorg besteed en al de registers van Kerkeraad, Classis en Arm bestuur zooveel mogelijk, nagelezen en geexcerpeerd; wat mij aan de oogen schade deed en tot brillen drong. Het oude werk werd dit jaar voortgezet, terwijl ik ook vrij wat tijd gaf aan het latijn, een arbeid waarvan de vruchten niet geevenredigd waren aan de inspanning. Door mijn buurman Fokker las ik enkele werken over Staatshuishoud kunde en Statistiek waarvan ik Say, Smith en Moreau de Jonès ex cerpeerde. Den 16 December schreef ik: Ik wil niet meer rooken Dat leelijke smooken 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 86