Dat zweer ik nu at. En om niet te falen Zoo zal ik betalen Drie gulden tot straf. Ik heb het volgehouden. 1861 In het begin van 1862 stierf mijn vader, die in het laatst zijns levens den last zijner 87 jaren maar moeielijk droeg. Lang was hij helder van hoofd geweest en had met vaardige hand de herinneringen zijner jeugd opgeteekend, waarvan ik later gebruik heb gemaakt. Door den harden winter was de communicatie gestremd, zoo dat ik de begrafe nis niet heb bijgewoond. Zijn stoffelijk overschot rust, nevens dat der vrouw, die hij meer dan 50 jaren innig lief had, op de vriendelijke begraafplaats bij het bosch te Nunspeet. Het huishouden werd nu daar opgebroken en mijne zuster Caroline kwam te Middelburg in onze buurt wonen. In de maand Augustus logeerde mijn zwager Proes, mijne zuster Mimi en Marie eenige weken bij ons en op den trad Proes in de Nieuwe kerk 82 op. In het laatst van Juni woonde ik met belangstelling de behandeling bij voor het Prov.-Gerechtshof der zaak Adriaan Polderman, een welge steld landbouwer te St Laurens, die den 31 Januari zijne, ook al niet heel beste, vrouw had vermoord. Hij werd veroordeeld en stierf in April 65 in het Tuchthuis te Leeuwarden. In het laatst van het jaar kreeg Middelburg bezoek van den improvi sator Eduard Beerman uit Osnabruck, ook wel de Verzen-spuiter ge noemd. Hij werd bij meenigeen, ook bij ons, genoodigd, en het goede oude heertje zal in zijne gedenkschriften, die vermoedelijk uitgegeven zijn, zeker met lof van de Middelb. gastvrijheid melding maken. Met den 1. Januari was ik Ouderling geworden, welke betrekking ik zes jaren heb vervuld. Voor de noodlijdenden door de overstrooming in de Bommeler- waard 105 werd eene Commissie24 benoemd, waarvan ik lid was. In Juni werd hier eene Tentoonstelling gehouden der voorwerpen te Mid delburg voor de weldadigheids loterij ontvangen. In Febr. woonde ik te Amsterdam eene commissie bij met het Hoofd best. van het Nut77, als ik mij wel herinner, over de volksvoorlezingen. In Juni was ik voorzitter der commissie voor de Nijverheids-Ten- toonst.99 te Haarlem, waarvan het werk meest op den secretaris neer kwam. Op verzoek van den uitgever, Hendr. Frijlink, van het Leeskabinet, plaatste ik daarin eene novelle Tien jaren van mijn leven (Febr.). 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 87