merins, een reisje naar Baden-Baden117, waarover ik eene reisherinne ring schreef Natuur en Kunst, geplaatst in het Leeskabinet voor Nov. In de Bijdragen door Janssen en van Dale, schreef ik De Midd. Kerke- raad tegenover Doopsgezinden, Voetwasschers en Martinisten (1574- 1608); Iets over een handschrift "Genealogie van den huijze van Borssele". In het Volksblad plaatste ik eene vrije vertaling en uitbreiding van een hoofdstuk uit Smiles Selfhelp getiteld De man van zaken, welk stukje overgenomen in de Vriend van Armen en Rijken mij in vriendschap pelijke verhouding bracht met den achtingswaardigen redacteur prof. J. de Bosch Kemper. In de Middelb. courant85 schreef ik een paar artikelen over de Oude Kraan 82 en het Kasteel Moermont87. Eene kwestie met den uitgever redacteur H.P. Abrahams over een verslag der Industrieschool60 bracht te weeg dat mijne betrekking tot die courant ophield. Mijn opstel in het Leeskabinet Een bezoek aan Walcheren in 1860 werd herzien en uitgebreid, door Altorffer0 afzonderlijk uitgegeven en veel verkocht. Op voorstel onzer 6e Wijkcommissie der Vereeniging tot het bezoeken der armen 141, werden verspreid een aantal Levensregels voor den am bachtsman. Ik had die hier en daar aangeteekend, doch zij werden door dokter van Berlekom herzien en verbeterd. Gekozen tot lid van het college van Notabelen volgde ik daarin mijn vriend J.J. de Kanter als secretaris op. Tegen het einde des jaars werd een renteloos voorschot van zeshonderd gl. samengebracht voor het drukken van den catalogus der bibliotheek. In den loop van het jaar maakte ik kennis met W.J. Hofdijk en den goeden S.J. van den Bergh, die hier in het Nut kwam lezen. 1863 Dit jaar was voor ons vooral merkwaardig door het koopen van een groot huis op de Vlasmarkt (L. 8) S1. Het was een gewichtig besluit niet dan na rijpe overweging genomen. Na 't eten wandelde ik op dien 14. April het bolwerk tusschen de Seis en Langvieie poorten en als een herinnering aan dien voor mij gewichtigen dag, ben ik gewoon die wandeling op dien datum zoo veel mogelijk op hetzelfde uur te doen. Nooit zal ik den indruk vergeten, toen vriend Röell ons een paar uren later voor het eerst vertellen kwam, dat timmerman v. Puffelen, na mens mij, het perceel gekocht had. Het geld was door Oom Ermerins te Zierikzee verschaft en is door mij in negen jaren afgelost. Die koop was, als 't ware, het anker waardoor ik voor goed aan Mid delb. verbonden was. Er werd heel wat aan het huis afgebroken en bijgebouwd, waarvoor ons de drooge zomer zeer te stade kwam. In 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 90