vader, waar van ik hiervoren sprak. Van dat werk had ik nogal ge noegen; van velen ontving ik belangstellende brieven o.a. van den niet lang daarna overleden Jhr. van Rappard, oud secretaris generaal van het Min. van Oorlog, die in vroeger tijd met mijn vader zeer be vriend was geweest, en de nauwkeurigheid der berichten bevestigde en prees. In het Leeskabinet van Mei plaatste ik eene novelle Jufvr. Klutz, ont leend aan de herinnering eener oude dischgenoote in het Bartholomei gasthuis u, van welk stukje reeds vroeger de grondtrekken waren ge maakt, gelijk ik hiervoren verhaald heb. Op verzoek van den uitgever van Europa zond ik hem eene vertaling Het leven in de Ver. Staten, in Sept. gedrukt. Op den 10 Oct. werden onder mijn opzicht, namens het Z. gen.155in den binnen kerkmuur van de Nieuwe kerk82 begraven, de doodsbeen deren, afkomstig naar men meende, van den Roomsch koning Willem II in 1817 gevonden onder de bekende zerk nevens de Koorkerk82. Die beenderen waren, tegen den uitdrukkelijken wensch der vinders, in het Museum82 gebleven en vergeten. Een voorstel van mij om ze te begraven werd aangenomen, en de vorstelijke overblijfselen werden ten derde male naar eene rustplaats gebracht. In een looden bus werd een, op perkament gedrukt, proces-verbaal daarbij gevoegd. Op den 9 Febr. stierf te Delft mijn vriend prof. R. Lobatto. Zijn laat ste portret, dat ik van zijne kinderen ten geschenke kreeg, blijft mij den goeden en kundigen man herinneren. 1867 In ons huiselijk leven had er niets byzonders plaats, hoewel de ver andering door de komst der kleine meid zeer groot was. Onze lieveling groeide best op en was een zonnetje in huis en hart, hoewel kleine on gesteldheden menigmalen zorg en onrust baarden. De spoorweg128 en kanaalwerken62 te Midd. werden nu voor goed aangevangen. Dikwijls wandelde ik er langs en schreef dan op wat ik zag en hoorde. Op den 8 Nov. werd de Vlissingsche poort82, waar aan zich ook voor mij door ons verblijf op Nooit gedacht82 vele her inneringen verbonden, voor afbraak verkocht. Een papieren kibbel partij met België over den Sloedam126 liep in ons voordeel af. Op den 9 Juli had er, onder de leiding der vereeniging Uit het Volk, voor het Volk142, eene optocht plaats, bij den aanvang der spoorweg- werken 128, welke uitnemend slaagde. Vooral de president de Stoppe laar en de secretaris W. Appel hadden zich daarvoor veel moeite ge geven. Als lid van het bestuur wandelde ik naast den bloemenwagen. Het was een treffend schouwspel, dat ik in het Leeskabinet voor Sept. beschreef onder den titel Twee feestdagen te Middelburg (1846.1867). In het Nut77 las ik drie malen over de geschiedenis van het Middelb. 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1977 | | pagina 95