wij in eene vigilante met levensgevaar door het gewoel.
Bij het ijkwezen154 schenen veranderingen op til en de ijker J.H.G.
van den Toom kreeg van den minister last om de kantoren te bezoe
ken. Hij kwam bij mij 24 Mei en trof het goed.
In April was in Walcheren eene werkstaking onder de kanaalwer
kers 14S, die de Belgische arbeiders verjoegen. Het garnizoen kwam
in de wapenen en er heerschte een soort van ontsteltenis in de stad,
welke vooral bedaarde toen een dertigtal husaren onder den woeligen
luitenant Tirion overkwamen om de rust te handhaven.
Op kerkelijk gebied werd tegenover een confessioneele kiesvereeni-
ging "Evangelie en belijdenis"64 eene liberale "Evangelie en vrijheid"65
opgericht, waar van ik tot voorzitter gekozen werd. Voor notabelen
werd ook het door plaatsengeld beperkte stemrecht ingevoerd, waarbij
de aftredenden echter herkozen werden.
Met den 1 Juni kwam de nieuwe wet van het Z.Gen.155 in werking.
Op den 7 April vierden wij het eeuwfeest. In de Statenzaal82 hield
Dr. A.A. Fokker als tijdelijk president de redevoering, een werk dat hij
gaarne op zich had genomen maar waarvoor hij eigenlijk weinig be
rekend was. Het diné in St. Joris 82 liep best af en kenmerkte zich door
gullen toon en vriendschappelijken geest. Voor de uitgaaf van het ver
slag had ik de onder mijn toezicht zijnde verzamelingen nagezien en
geordend en daarvan nieuwe catalogi gemaakt, welke bij dat verslag
werden gedrukt.
Eene lezing in het Zeeuwsch genootschap gehouden "Over de verga
deringen der Staten van Zeeland van het laatst der zestiende tot aan
het einde der zeventiende eeuw", werd gedrukt achter den Middelb.
Naamwijzer en voor 1870.
Op 13 Febr. gingen wij met het Nutsbestuur 77 naar Amemuiden, waar
de onderwijzer van Kleverskerke, zijn 50 jarig jubilé vierde. Nooit
vergeet ik de verbazing en ontsteltenis van dien ouden, eenvoudigen
meester van der Wall, toen hij de hem aangeboden eerbewijzen en ge
schenken in oogenschouw nam. Hij heeft het feest dan ook maar zeer
kort overleefd.
Een groot verlies leed ook het Nut door het overlijden van den kun-
digen en ijverigen J.J. de Kanter, op 15 Juni oud 66 jaren gestorven.
Op den broederlijken maaltijd van den kerkeraad zat ik nevens hem,
doch hij was toen reeds lijdend. Bij zijne begrafenis op 19 Juni was
een deputatie van het Nut tegenwoordig en sprak ik een kort woord.
In het laatst van het jaar herdacht ik in eene Nutsvergadering den
gestorven president, welke verhandeling op kosten van het departe
ment gedrukt is en onder den titel Jacobus Johannes de Kanter ge
schetst bij Altorffer 6 het licht zag.
In Maart werd door het Nut een Huur- en verhuurkantoor voor dienst
baren opgericht, dat echter weinig opnam.
101