De leerlingen. De apothekersleerlingen vormden een aparte groep binnen de gemeenschap van de school. Voelden de chirurgijnsleerlingen zich al spoedig student, voor de aan staande apothekers was er eigenlijk geen sprake van een studentenleven. Zij hadden vijf uur per week les, de overige tijd werd doorgebracht in de apotheek van hun patroon. De verplichte leertijd in de apotheek betekende voor de leer ling dat zijn dag gevuld was met allerhande werkzaamheden: het snijden en stampen van grondstoffen, voorraadbereiding en niet te vergeten het schoon houden van opstand en recepteertafels. Boven waren de leerlingen meestal in wonend. Een indruk van het leerlingenbestaan geven de brieven van de leidenaar Fran cois Dozy. Hij schrijft in 1832 over zijn leertijd in de apotheek: 'Van 's morgens 8V2 uren tot 's middags V2 3, daarna van 4 uren tot 8 a 9 uren 's avonds was ik onaf gebroken in de apotheek, zoodat ik 's avonds zoo moede was door lichaamsar- beid, dat ik alsdan weinig genoegen in huis hebben kon. Alleen des Zondags had ik eene middag vrij, soms slechts om de 14 dagen.' Ook vertelt Dozy hoe hij door zelfstudie trachtte zich in de scheikunde te bekwa men. Samen met een apothekersbediende bestudeerde hij een scheikundeleer- boek, en de jongens maakten er een sport van, te proberen elkaar met hun ken nis de loef af te steken. 'Eindelijk' schrijft Dozy, 'bemerkten wij dat wij onzen patroon den Apotheker in kennis vooruit waren gekomenDeze dit bemerkende gaf mij nu kwanswijs eenige lessen, die voor mij reeds veel te gering waren, het geen ik evenwel niet deed blijken'22. Een plaats op de school was dus niet voldoende voor de apothekersleerling, hij diende daarnaast een patroon te zoeken om zijn verplichte leertijd te kunnen doorbrengen. De leerlingen uit Middelburg hadden in zoverre een voorsprong op hun collega's uit andere plaatsen in Zeeland, dat zij een patroon in de stad haddenZij volgden dan ook bij na allen de volledige opleiding aan de schoolDe leerlingen uit andere plaatsen lieten zich veelal voor een korte periode inschrij ven. Zij gebruikten de tijd van inschrijving alleen om de hortus te bezoeken en de simpliciakast te bestuderen. Bijna alle leerlingen kwamen uit Zeeland en vestigden zich na hun afstuderen in de Zeeuwse steden. Hieruit mag niet zonder meer een voorliefde voor de ge boortegrond afgeleid worden. Vestigen in een andere provincie was namelijk niet zonder meer mogelijk. Het behaalde diploma gaf slechts het recht van vesti ging in het ressort van de desbetreffende provinciale commissie. Bij vertrek naar een andere provincie moest meestal opnieuw examen gedaan worden23. Zoals overal elders in Nederland leidden de talloze vestigingen in de steden tot zeer kleine praktijken. Middelburg telde jarenlang 24 apothekers op 15.000 inwo ners. Conclusie De klinische school te Middelburg is, om in de stijl van schoolbiograaf De Man te blijven, wetenschappelijk gezien 'niet van cathedrale importantie' geweest. De ze conclusie is niet negatief bedoeld. Het brengen van wetenschap was ook niet de taak van de klinische scholen. Farmaceutisch- en medisch-historici zijn nog wel eens geneigd de klinische 235

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1987 | | pagina 293