en watergangen waarover 'successivelijk soo langduurige klagten' waren ont
vangen dat het landwater stagneerde. Het zou anders wel eens als aanleiding kun
nen worden aangegrepen om 'ongefundeerde en vexative processen' te beginnen
over belemmering van de waterlozing! 106 Kennelijk ging de suatie van het eiland
de stad Veere zeer ter harte, en zat de recente voorgeschiedenis haar hoog! Het
polderbestuur hield vast aan de voorgestelde zestien schellingen geschot per ge-
met; het droeg wel de oppercommies op het Veerse Molenhoofd te inspecteren,
en maande Veere aan niet als enige dwars te liggen l07. De Veerse reactie be
helsde uiteindelijk instemming met een geschot van zestien schellingen, op voor
waarde dat zowel het Molenhoofd gerepareerd als de andere gebreken snel ver
holpen zouden worden. Met één ding echter ging men in Veere beslist niet ak
koord; het ten laste van de algemene rekening brengen van de proceskosten! I08.
Nog in januari van het volgende jaar 1709 was die laatste kwestie niet opgelost.
Walcheren wilde overleg met Veere hierover voeren, op voorwaarde dat de
Veerse resolutie van 28 juli 1708 van tafel verdween l09. Toen het niet tot een aan
vaardbare oplossing bleek te kunnen komen, legden de partijen het geschil voor
aan de Hoge Raad. Die sprak uit dat Walcheren als veroordeelde de helft van het
bedrag diende te betalen In mei van het jaar 1709 waren er, los van de finan
ciële afwikkeling van het proces, wederom of nog steeds problemen rond de sluis
in Veere. Er was toen sprake van enkele dammen en hoogten in de haven, maar
vooral van een marineschip 'regt voor den geopenden dam', waardoor het hoge
landwater niet optimaal kon sueren. Tot 'soulaas der nog onderleggende weijen
en landen, in dit soo verre geavanceerde zaeijsoen' verzocht het polderbestuur
om maatregelen 111De zomer bleef kennelijk erg nat, want een maand later
stuurde Walcheren de oppercommies naar Veere met de vraag of de stad nog twee
weken wilde wachten met de voorgenomen sluiting van de dam in de haven. Er
viel namelijk nog dagelijks veel regen, en grote oppervlakten akker- en grasland
stonden onder water 112
Intussen stagneerde de bouw van de brug en de aanleg van het dok, en dat opont
houd kostte de stad Veere op allerlei manieren veel geld. Zo had bijvoorbeeld
eind 1708 de pachter van de grote scheepstimmerwerf al betaling van de pacht ge
weigerd. omdat hij door de afdamming van de stadshaven de werf niet had kun
nen gebruiken "3. De aanbesteding van dok en spuideuren was eerst in verband
met langdurige vorst, later met het oog op het ver gevorderde seizoen op niets uit
gelopen, zodat de stad overwoog het (verdere) werk in daggeld uit te laten voeren
"4. In mei 1709 brachten vervolgens vijf meestertimmerlieden een advies uit
waarin ze zich zeer kritisch uitlieten over het tot dan toe verrichte. Niettemin
werd voortgang van het werk bevolen, en vond uiteindelijk aanbesteding plaats
van het dok en de spuideuren voor een bedrag van 325 pond Vlaams "5.
106. GAV, inv. nr. 13 (1708 juli 28). AWW, inv. nr. 16, f. 81-82 (1708 aug. 2).
107. AWW, inv. nr. 16, f. 86v-87 (1708 aug. 23).
108. AWW, inv. nr. 232 (1708 aug. 25). GAV, inv. nr. 13 (1708 aug. 25).
109. AWW, inv. nr. 232 (QQ) (1709 jan. 31).
110. AWW, inv. nr. 16, f. 118 (1709 febr. 28). AWW, inv. nr. 232 (RR). GAV, inv. nr. 13
(1709 juli 20).
111. AWW, inv. nr. 16, f. 130v-131 (1709 mei 23).
112. AWW, inv. nr. 16, f. 136 (1709 juni 27).
113. GAV, inv. nr. 13 (1708 dec. 19).
114. GAV, inv. nr. 13 (1709 maart 9); 1709 maart 23; 1709 april 21).
115. GAV, inv. nr. 13 (1709 mei 16; 1709 mei 25).
69