Een laatste poging van de Compagnie om deze ontwikkelingen de kop in te druk ken was de instelling van het ambt van independent-fiscaal' Bestuur en rechtspraak De zetel van het Nederlandse gouvernement was Colombo. Aan het hoofd van het bestuursapparaat stond de gouverneur die toezicht hield op alle bestuurszaken en daarin werd bijgestaan door de Raad van Ceylon (Politieke Raad), bestaande uit de tien hoogste Compagniesdienaren12. De op een na belangrijkste functionaris was de opperadministrateur of secunde die onder meer toezicht hield op de export- en importhandel en op de Compag- niesvoorraden. Het territorium van de VOC op Ceylon was verdeeld in drie dis tricten: de dissawany van Colombo en de commandementen Galle en Jaffna. Een dissawany of provincie werd bestuurd door een dissave die toezicht hield op de inheemse bestuursstructuur en verantwoordelijk was voor de aanleg en reparatie van wegen en bruggen. De commandementen Jaffna en Galle werden bestuurd door een commandeur, die in zijn gebied zowel burgerlijke als juridische macht uitoefende. De rechtspraak was in handen van een drietal rechterlijke colleges: Raden van Justitie, Landraden en Civiele Raden. Het hoogste rechterlijke college was de Raad van Justitie te Colombo. De leden werden gekozen uit de Raad van Ceylon en benoemd door de gouverneur. Naast civiele zaken behandelde dit college ook strafzaken en appèlkwesties. In bepaalde gevallen kon men tegen een uitspraak van dit college in beroep gaan bij de Raad van Justitie in Batavia. Ook in Galle en Jaffna bevonden zich Raden van Justitie. Onder deze Raden van Justitie stonden de Landraden en Civiele Raden die zich beperkten tot civiele zaken. De officiële opsporingsambtenaren, de fiscaals, stelden klachten op schrift en brachten rechtszaken aan bij de verschillende rechterlijke colleges. Zij werden geacht actief op te treden tegen allerlei wantoestanden maar in de praktijk brach ten zij weinig terecht van de hun opgedragen taak. Op de Compagnieskantoren behoorden zij tot de bestuurskliek en zij deden actief mee aan alles wat verboden was. In 1687 besloten de Heren XVII tot de aanstelling vaneen aantal independent-fis- caals. Zij werden benoemd op die kantoren waar de misstanden het ergst waren namelijk Ceylon, de kust van Coromandel, Bengalen, Suratte, Malakka en de Kaap. Alleen de Heren XVII konden independent-fiscaals benoemen en ontslaan. Slechts wanneer een independent-fiscaal zich schuldig maakte aan ernstig wan gedrag kon hij door de Hoge Regering in Batavia uit zijn ambt worden ontsla gen13. Het was de taak van de independent-fiscaals om alle misstanden op te spo- 11Algemeen Rijksarchief (ARA), Archief VOC, inv.nr. 154, Resoluties Heren XVII, 13 no vember 1687. 12. Lid van de Politieke Raad waren de opperadministrateur, de dissave van Colombo, de op- perpakhuismeester, de fiscaal, de boekhouder, de secretaris, het hoofd van het soldijkantoor, de commandant van de troepen en de commandeurs van Galle en Jaffna. Zie Athonisz, The Dutch in Ceylon, 10. 13. Gaastra,' The independent-fiscaals of the VOC', 93-94. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 125