Op 15 januari 1702 vertrokken Pieter Macaré en zijn gezin met het schip 'Ooster- steyn' voor de VOC kamer Zeeland naar Indië. De Macaré's verbleven vier maanden in Batavia waarna zij in januari 1703 doorreisden naar Ceylon. Een reis met een triest verloop: nabij Dingding (Malakka) overleed Pieters vrouw Susanna na een langdurige ziekte20. Pieter Macaré, independent-fiscaal van Ceylon 1703 -1711 Macaré zette op 11 februari 1703 voet aan wal op Ceylon. Hij ging meteen aan het werk en berichtte de Heren XVII dat hij van plan was krachtiger op te treden dan zijn voorganger Mr Fereris21 In de periode 1703 - 1711 voerde Pieter Macaré vele processen en bracht veel misstanden aan het licht. De strikte uitvoering van zijn instructie bracht hem in conflict met tal van Compagniesdienaren. Op allerlei manieren werd Macaré te gengewerkt en als hij de van corruptie en sluikhandel verdachte Compagniesdie naren voor het gerecht bracht werden deze - hoewel Macaré vaak overtuigende bewijzen tegen hen inbracht - vrijgesproken. Zo nam Macaré in 1710 een illegaal aan land gebrachte partij van 7034 messen in beslag22. Jacobus Brouwer, boekhouder van het schip 'Bennebroek' verklaarde dat hij de eigenaar van de messen was. Hij had de partij aan boord gekocht van de onderchirurgijn Adriaan Langehoven. Dit werd bevestigd door getuigen die ver klaarden dat Langehoven de messen gekocht had van de onderstuurman Jacob Jansz de Marre toen de 'Bennebroek' onderweg was van de Kaap naar Ceylon. Omdat Langehoven eigenlijk niet goed wist wat hij met zoveel messen moest doen had hij de hele partij doorverkocht aan Brouwer. Volgens Macaré was het duidelijk dat Brouwer met de messen privé-handel wilde drijven. Brouwer meende echter dat de .Compagnie bij die smalle negotie in 't minste kon bena deelt werden' en verzocht de Raad van Justitie om teruggave van de messen. Ma caré kreeg geen kans om een nader onderzoek in te stellen en moest de messen aan Brouwer terug geven23. Een duidelijk bewijs dat de particuliere handel vrijwel niet te bestrijden was. Herhaaldelijk verzocht Macaré de Hoge Regering in Bata via en de Heren XVII in patria om krachtige steun en strengere voorschriften maar een reactie bleef uit. Van de lokale gezagsdragers was de gouverneur van Ceylon, Hendrick Becker, de enige die Macaré steunde in zijn strijd tegen de mis standen24 maar ook aan hun goede verstandhouding kwam een einde. 20. CBG, familiearchief Rethaan Macaré, handschriftgenealogie Macaré. 21ARA, Archief VOC, inv.nr. 9748, Brief van Pieter Macaré fiscael independent op Ceylon overgecomen anno 1704 mitsgaders duplicate missive van Ceylon, 15 december 1703. 22. ARA, Archief VOC, inv.nr. 1793, Overgekomen brieven en papieren, 13e boek, fiscaal Ceylon, f. 1195-1197, 7 maart 1710. 23. ARA, Archief VOC, inv.nr. 1793, Brief van Jacobus Brouwer aan de Raad van Justitie in Colombo, 7 september 1710. 24. ARA, Archief VOC, inv.nr. 1768, Overgekomen brieven en papieren, 4e boek, fiscaal Ceylon, f. 1759, 13 december 1709. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 127