JAARVERSLAG OVER 1987 VAN DE HOOFDCONSERVATOR
De Commissie voorde Verzamelingen leed in 1987 een gevoelig verlies met het
overlijden van de honorair conservator drs P.J. van der Feen. De heer van der
Feen was de laatste van de oude garde van conservatoren van het Genoootschap.
In 1925 werd hij benoemd tot conservator van de 'Steenen Kamer', waarin toen
de onderdelen archeologie en fossiele botten waren verenigd. Hij bleef ook na
1961 zijn diensten verlenen en werd bij de instelling van conservatorschappen
van het Genootschap in 1982 tot honorair conservator benoemd. Dat was niet
slechts een formaliteit: ondanks zijn hoge leeftijd heeft hij alle zaken met leven
dige belangstelling gevolgd en zelfs nog eenmaal aan een vergadering van de
Commissie deelgenomen.
De heer van der Feen heeft het Genootschap met een omvangrijk legaat bedacht,
dat zijn echtgenote dr W.S.S. van der Feen-van Benthem Jutting door schenking
reeds heeft geëffectueerd. Het wordt nader omschreven in het verslag over de ge
schiedkundige voorwerpen, kunst en kunstnijverheid; het zal een symbool blij
ven voor de levenslange band van de heer en mevrouw van der Feen met het Ge
nootschap.
In het verslagjaar traden twee nieuwe conservatores toe: mwdrs I.H. Vogel-Wes-
sels Boer als subconservator voor de Zelandia lllustrata en de heer drs A.P. Bil
als subconservator voor de afdeling Fossiele Botten. De afgevaardigde J.M. Mo
raal werd benoemd tot waarnemend conservator van deze afdeling.
De belangstelling voor de Verzamelingen en de waardering voor de activiteiten
daaromheen kwam ook dit jaar weer tot uiting in de vrijwillige bijdragen: de Be
gunstigers brachten f. 6635,- bijeen, de leden f. 3359,- zodat met enige andere
baten f. 10.369,- aan het Begunstigersfonds kon worden toegevoegd. Na verre
kening van aankopen resteerde in het fonds een saldo van f. 11.819,-zodat geluk
kig enige reserve voor noodaankopen voorhanden is.
Ondanks alle vrijgevigheid kon niet in alle aankopen worden voorzien. Voor ver
werving van een zeldzaam exemplaar van het 'Speculum Zelandiae', in 1660
door Nicolaas Visscher uitgegeven, is daarom een beroep gedaan op het Anjer
fonds en de Gemeenten, waarvan afbeeldingen in dit prentwerk voorkomen.
Deze actie kan inmiddels als geslaagd worden beschouwd, hetgeen tot grote vol
doening stemt.
De serie reproducties kreeg verder gestalte met de uitgave van de plattegrond van
Middelburg door Comelis Goliath en een prentbriefkaart. Doordat een afzonder
lijke tentoonstelling rondom de plattegrond van Middelburg niet mogelijk bleek,
bleef de verkoop wat bij de verwachtingen achter, maar op termijn zal deze zeker
zijn weg naar het publiek vinden.
Het Bestuur hechtte zijn goedkeuring aan een voorstel vanuit de Commissie voor
de Zelandia lllustrata om eigen tentoonstellingen uit deze verzameling door ge
heel Zeeland te organiseren.
Voorts verzocht de Commissie aan het Bestuur van het Genootschap om weer een
begrotingspost voor de Verzamelingen op te voeren, met als motivering dat een
zo fundamentele doelstelling niet louter van vrijwillige giften afhankelijk mag
zijn.
De afgevaardigden van het Genootschap namen deel aan het overleg in bestuur
en secties van het Zeeuws Museum, maar door personeelsmutaties en manage-
mentsproblemen werd weinig voortgang geboekt op het terrein van de beleids-
X