derwijzers mochten zich, zo vond hij, verheugen in vele privileges. Slechts twee schaduwzijden verduisterden het beeld: het ontbreken van een vorm van leer plicht en de schoolgelden. Maar Van Deinze zweeg over schoolfondsen en merkte over de leerplicht op dat dit tot ondenkbare militairistische systemen zou leiden. Er was veel bereikt, Zeeland genoot veel voorrechten, er bleef altijd wel wat te wensen over; verder ging hij in zijn betoog niet85 De inspecteur als vertegenwoordiger van de overheid was niet de aangewezen persoon om richting te geven aan kritiek. Van belang is dat kan worden vastge steld, dat naast strikt onderwijskundige zaken ook deze materie tijdens vergade ringen aan de orde kwam. Het kon ook bijna niet anders. Wel is het typerend voor de wijze van denken dat sprake was van voorrechten, niet van rechten. Zoals ge zegd kan alleen een uitvoeriger onderzoek uitsluitsel geven. Het aantal redevoe ringen dat is bewaard is in ieder geval voor Zeeland te gering om de kritische rol van de gezelschappen op materieel-maatschappelijk gebied te kunnen vaststel len. Dat onderwijskundige kritiek in algemene vergaderingen naar voren kwam ligt voor de hand. Rond 1830 vroeg men zich al af of individuele verschillen in be gaafdheid wel voldoende aan bod kwamen in het klassikale systeem. En dreigde er geen oppervlakkige feitenkennis zonder diepgang? Kwam rekenonderwijs niet snel neer op het aanleren van bepaalde trucjes? Deze en dergelijke vragen tonen de gelijktijdige ontwikkeling in diepgang bij de onderwijzers zelfs in een tijdsver loop van 25 jaar. Hierin ligt de betekenis van de gezelschappen. De schoolstrijd valt buiten het tijdsbestek dat hier is aangehouden. De grotere sa menwerkingsvormen kunnen een tegenwicht hebben geboden voor dreigende versnippering. In 1834 kwam de eerste beroering door de Afscheiding, en het was op een algemene vergadering op Walcheren dat een curieus gedicht circu leerde van de onderwijzer H.M. Kesteloo uit Domburg onder de titel 'De Geest des Kwaads'. Deze Geest was door satan met als trawanten Domheid, Dweep zucht, Waan, Laster en Leugen naar de aarde gestuurd om de eenheid binnen de Hervormde Kerk, de kerk van de Verlichting, te doorbreken. Gevolg was een domme reactie, een terugkeer naar de 17e eeuw, een nieuwe heerschappij van Vooroordeel en zijn medetrawanten 86. Het beduimelde handschrift is druk gele zen en de zorg van Kesteloo en de zijnen was begrijpelijk. De op allerlei vooroor delen bevochten verbeteringen kwamen in gevaar door een stroming die de klok 85. Ibidem. Toen de kamer van afgevaardigden moest stemmen om frs. 1.805000 beschikbaar te stellen voor verbetering van paarderassen steld een gedeputeerde dat de schatkist dus voor de verbetering van 100 paarden frs. 72 maar voor de verbetering van 100 Fransen slechts lócentimes over had (voor onderwijsverbetering was frs. 50.000 gevoteerd). Het onderwijs in Zeeland was in deze tijd inderdaad goed. Relatief steeg het aantal leerlingen per 1000 inwoners sterk tussen 1826 en 1835 (alleen Friesland had een hogere stijging). Bronnen: Cousin, Openbaar onderwijs HollandNieuwe Bijdragen1827, 270. Vgl. Kossmann, Lage Landen, 74. Ook Wijnbeek was over Zeeland zeer te spreken, Reinsma, 'Onderwijs in Zeeland', 3,5,6. 86. RAZ, Archief Toezicht inv.nr. 30. Het auteurschap van Kesteloo, die in 1832, 1835 en 1836 bekroond werd om zijn letterkundig werk door de Mij. tot Nut van het Algemeen in Sluis, staat wel vast op grond van handschriftvergelijking en een vermelding op de agenda van de verga dering. Uitvoeriger in mijn artikel 'De geest des tijds', in: De Negentiende Eeuw, llrjrg. nr. 3/4 (1987) 199 e.v. 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 164