Fig. 2. Vindplaatsen uit de Ijzertijd op Walcheren. Geologische ondergrond naar Van Rummelen 1972. Legenda: a) strandwallen en Oude Duinen: b) Hollandveen; c) geu lafzettingen Duinkerke II); d) begrenzing kleidek t.g.v. Duinkerke I-transgressiefase; e) begrenzing latere erosie; f) bebouwing; g) vindplaatsen genoemd in de tekst en in de vindplaatsbeschrijving in het Zeeuwse kustgebied niet alleen staan, maar overeenkomsten vertoonden met die uit het hele Nederlandse (en Belgische) kustgebied. De term 'Keltisch of kustaardewerk' deed dan ook al snel in dit verband zijn intrede. De hier beschreven archeologische onderzoeksactiviteit in Zeeland heeft geresul teerd in aardewerkcollecties van wisselende grootte. Ze bevinden zich alle in de collectie van het Genootschap of in het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten in Middelburg. Het onderzoeksbeeld van inciden tele waarnemingen en kleinschalig noodonderzoek is kenmerkend voor het ar cheologisch onderzoek naar de Ijzertijd in het Nederlandse kustgebied vooraf gaande aan de grote onderzoeksprojecten van de laatste jaren5. Het zijn deze laat ste gegevens die de basis vormen voor dit artikel. De datering van de bewoning binnen de Ijzertijd De 23 tot nu toe bekende vindplaatsen uit de Ijzertijd, die zijn weergegeven op 5. Bedoeld wordt hier het onderzoek op Voorne-Putten (Van Trierum 'Landschap') en het op gravingsproject ten noorden van Amsterdam in de Assendelver Polders (Brandte.a., Assendelver Polder Papers 1). 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 34