e) Bewoningsniveau op veen op ca. 1,60 m. beneden maaiveld.
0 PDB Middelburg, inv.nr. 531.
g) ROB CAA 48A-3n.
h) VanderFeen 'Bewoning Walcheren', fig. 53; Jaarverslag ROB 1975, 111.
i) Aardewerkbeschrijving.
Algemeen Kleine groep met duidelijk zichtbare potgruis gemagerd aarde
werk. Zoals blijkt uit de in de tabel en hieronder geregistreerde kenmerken
vertoont het complex duidelijke overeenkomsten met het aardewerk van
Oostkapelle-Dunoweg (vindplaats 7).
Vormen Alleen drieledige vormen zijn vertegenwoordigd. De schouder
stand valt in de categorien 4 en 3; de hoogte van de schouder varieert van 3 tot
5 cm. De halshoogte loopt uiteen van 2 tot 3 cm. Op de schouder is door een
iets zwaarder aangezette polijsting een lichte carinatie ontstaan (zie bijv. de
nrs. 13 - 5).
Bodems Van slechts 4 bodemfragmenten is de diameter te bepalen. De door
snede varieert van 10 tot 14 cm (het gemiddelde bedraagt 12 cm).
RandafwerkingDe rand is rond of enigszins plat afgewerkt. De versiering
bestaat op een uitzondering na (onduidelijke golfvormige versiering bovenop
de rand; nr. 6) uit wijdgespatieerde vingertopindrukken bovenop de rand.
Oppervlaktebehandeling Het niet gepolijste aardewerk is vaak zeer
ruwwandig afgewerkt. Het verschil tussen daadwerkelijke besmijting en ruw
afgewerkt is vaak moeilijk te onderscheiden.
B ij zonderheden Vier wandfragmenten die nu in een zeer slechte staat van
conservatie verkeren, hebben een sterke organische magering en zijn zeer
zacht gebakken.
4.
a) Aagtekerke-Geschiereweg (Hazenberg) (fig. 7 onder); 48A 023.15/395.68.
c) De vindplaats werd ontdekt tijdens de bodemkartering in 1945-1948.
Verkennend booronderzoek op de vindplaats door de AWN-afd. Zeeland in
oktober 1971.
d) Aardewerk.
e) Bewoningsniveau op veen.
f) PDB Middelburg inv.nr. 529.
g) ROB CAA 48A-4n.
h) Van der Feen, 'Bewoning Walcheren', fig. 53.
i) Aardewerkbeschrijving.
Algemeen Het complex bestaat uit vele kleine groepjes scherven, verza
meld door de jaren heen tijdens verkenningen bij slootaanleg etc. Het aarde
werk is sterk gefragmenteerd en over het algemeen sterk verweerd. Uitslui
tend potgruisverschraling. De kleur is overwegend beige (ox/ox/ox 3%; ox/
red/ox 81%; ox/red/red 15% en red/red/red 1%). De gemiddelde wanddikte
bedraagt 8.9 mm.
Vormen Door de geringe afmetingen van de fragmenten valt over de profie
len weinig te zeggen. Het is in ieder geval duidelijk dat geen een- of tweele
dige profielen voorkomen. De halshoogte ligt bij ca. 2 cm. De stand van de
schouder ligt in de categorieën 4 en 3.
Bodems Alle bodems zijn vlak. Diameters konden niet worden bepaald.
Randafwerking Drieënveertig van de in het totaal 75 randfragmenten dra-
11