worden onderzocht waaruit bleek dat de ploegsporen in twee loodrecht op el kaar staande richtingen waren getrokken en wel noord-zuid en oost-west. De top van de tweede woonlaag bevond zich op 40 cm +N.A.P. d) Aardewerk en bot, sterk verweerde glazen kraal (wsch. blauw glas, door snede 13 mm). e) Dubbel bewoningsniveau of Afzettingen van Duinkerke I (klei) en onder Af zettingen van Duinkerke II en III ter dikte van 1,20 m. f) PDB Middelburg, inv.nr. 550-551. g) CAA ROB 48A-19n. h) Jaarverslag ROB 1965, 18; Trimpe Burger, 'Archeologisch Nieuws 1966', 226-227; Kroniek Helinium, district E 1966-1968, Helinium 10, 1970, 158- 159; Van Rummelen, 'Toelichtingen geologische kaart Walcheren', 11 en foto 2-3; Jaarverslag ROB 1986, 24-25. i) Aardewerkbeschrijving. Algemeen Het aardewerk is goed geconserveerd door het kleiige vondstmi lieu maar de fragmenten zijn relatief klein. Er is een duidelijk verschil tussen de groep zeer ruwwandig en besmeten aar dewerk en het overwegend in een reducerend milieu gebakken gepolijste aar dewerk. Vormen Een- en tweeledige profielen zijn nauwelijks vertegenwoordigd (resp. met 2 en 1 randfragment(en); 1,4% en 0,7%, n= 140). De profielen hebben een dus overwegend drieledige vorm. Tweederde heeft een steile schouder (categorie 4); eenderde een matig vlakke schouder (categorie 3) en 2 fragmenten (nrs. 23-24) een vlakke bolle schouder. De schouderhoogte van alle potten ligt tussen de 2 en 5 cm, de hoogte van de hals overschrijdt de 2 cm niet. Bij het gepolijste aardewerk is vaak de overgang van schouder naar hals door een iets meer aangezette polijsting gemarkeerd (b.v. nrs. 8-13). Bodems De bodemdiameter varieert van 7 tot 16 cm. met een gemiddelde van 10,5 cm (n= 8). Een bodemfragment bezit een standring (nr. 26; 2,1% van alle bodemfragmenten, n= 47). Randafwerking De randen zijn rond of enigszins afgeplat afgewerkt. Zeer opvallend is dat de randversiering bijna uitsluitend bestaat uit vingemagelin- drukken op de rand. Slechts bij één fragment zijn de indrukken wijdgespa- tieerd aan de buitenzijde aangebracht. Oppervlaktebehandeling Relatief weinig versierd aardewerk. In een aantal gevallen kon worden waargenomen dat de besmijting tot onder de hals is aangebracht. Daarentegen komen ook potten voor met een gepolijste hals en schouder en een besmeten buik. Vaak is ook de overgang van bodem naar buik gepolijst. Eenmaal is versiering aanwezig op de overgang van buik naar schouder in de vorm van drie in een driehoek geplaatste dellen (niet afge beeld). Bijzonderheden Onder het aardewerk bevinden zich 31 fragmenten van zeer dikwandig aardewerk. Een enkel fragment laat toe de dikte te bepalen: 15 mm. Het is rijk met organisch materiaal verschraald en lichtgeel van kleur. 8. a) Aagtekerke-Hoge Duvekotsweg; 48A 026.24/397.10. c) Op 9 juni 1965 werd door B. Overzee tijdens geologisch veldwerk voor de 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 44