g) Nalatenschap J. A. Hubregtse; CAAROB 58z; 60z; 63z; 64z, 66z; 99z; lOOz.
h) Van Heeringen; 'Iron Age Occupation'.
i) Voor de beschrijving van het aardewerk zie literatuur.
15.
a) Antwerpen-Doeldok.
c) Veenprofiel. Zie Minnaert en Verbruggen, 'Palynologisch onderzoek Doel'.
16.
a) Colijnsplaat-Noordhoeksnol; 42G 045.42/403.01
b) Colijnsplaat I 1970 25 BP (bot; GrN-14168).
c) Archeologisch onderzoek in 1984 van een buitendijks gelegen nederzetting
uit de Romeinse Tijd (eerst eeuw A.D.) door de AWN afdeling Zeeland. Een
huisplattegrond kon worden opgetekend.
d) Aardewerk, metaal, hout, bot.
e) Het bewoningsniveau bevond zich discordant op subboreaal veen (1,85 -
N.A.P.). Het veen werd reeds voor het begin van de jaartelling ontwaterd,
waarbij degradatie, klink en oxidatie plaatsvonden. Na de bewoning vematte
het gebied tengevolge van een relatieve grondwaterstijging en werd een
dunne laag organogeen materiaal gevormd.
f) PDB, Middelburg inv. nrs. 952-960.
g) CA A ROB 42G-lz.
h) De Jong, 'Pollenanalytisch onderzoek Noordhoeksnol'; Jaarverslag ROB
1986, 178.
17.
a) Duivendijke (fig. 18); 42F052.20/415.25.
c) Aangetroffen in gemoerde grond door ir. J. A. Trimpe Burger op 22 januari
1959.
d) Aardewerk, enkele botsplinters.
e) Waarschijnlijk op veen.
0 PDB, Middelburg inv.nr. 927.
g) ROB CAA 42F.
i) De collectie omvat 4 randfragmenten met vingernagelversiering aan de bui
tenrand en 17 wandfragmenten. Twee randfragmenten dragen lijnversiering
en een vingernagelversiering op de schouder. Van de 17 wandfragmenten
dragen er 7 lijnversiering, 7 nagelindrukken, 2 kamversiering en is er één glad
afgewerkt. De gemiddelde wanddikte van de wandfragmenten bedraagt 8.5
mm. Alle fragmenten zijn met scherfgruis gemagerd (grootte 1-3 mm). De
kleur is overwegend licht beige (lOx ox/ox/ox; 9x ox/red/ox en 2x ox/red/
red).
18.
a) Tholen-Ceresweg (tabel 8; fig. 18); 49B 071.50/392.87.
b) (in voorbereiding)
c) Op 29 maart 1988 vond W. A. Slabbekoorn uit Kapelle in uitgeworpen grond
van een nieuw gegraven sloot resten van bewoning uit de Ijzertijd. In het
slootprofiel werd een rij palen waargenomen.
d) Aardewerk, tweezijdig aangepunte houten paaltjes (diameter 5 cm).
19