Bij een nog meer naar het westen gelegen vernauwing bevond zich de zoge
naamde Kleine Brug over de haven. Het watergedeelte daarachter dat in noorde
lijke richting omboog, was het Molenwater. Aan het noordoostelijke uiteinde
daarvan lag eertijds een water(koren)molen. Aan het functioneren van die molen
kwam op het laatst van de zestiende eeuw een einde. Uit diezelfde tijd dateerde
de ook bij Tirion afgebeelde windmolen op het bolwerk.
Het stadsgedeelte noordelijk van de Veerse haven en het Molenwater bestond in
feite uit twee delen. Het kleinste gedeelte was het bolwerk Molenberg, ook wel
het Molenbolwerk geheten. Van het oostelijke stadsdeel was dit gescheiden door
een sluis in de wal ter plekke van de vroegere watermolen. Deze sluis staat op het
negentiende-eeuwse schetskaartje (afbeelding 2) aangeduid met de letter B of
'Stads spuisluis'Ook op de grens van het bolwerk met de rest van de stad lag een
tweede sluis: A of 'Walchersche suatiesluis' op het kaartje. Het is deze sluis
waarom het in het vervolg draait. Beide sluizen lagen dus in de stadswal, op de
scheiding van haven/Molenwater en stadsvest. Het landwater bereikte deze vest
voornamelijk via een stenen heul en sluisje in de stadssingelOp de negentiende-
eeuwse schetskaart heeft de tekenaar nagelaten deze heul (aangeduid door middel
van een zwart blokje) te voorzien van de letter D.
Heul en sluisje vormden de uitmonding van de watergang tussen Veere en Mid
delburg, en lagen tegenover het zogeheten Warwijkse Bolwerk. Vlak daarbij be
vond zich iets zuidelijker in de stadsvest de Stenen Beer (C op afbeelding 2) of
'dosdaan', bedoeld als scheiding tussen de zoute en de zoete vest. Onder water
bezat deze beer twee openingen met valdeuren, waardoor het zoete water geloosd
kon worden, maar die het zoute water moesten weren i0. Deze beer dateerde
waarschijnlijk uit 1660. Het oorspronkelijk beoogde waterscheidingssysteem
werkte later kennelijk niet goed, want volgens Veere was de vest sinds het aan
brengen van de openingen (óf van de tweede opening) in de beer geheel zout11
In de achttiende-eeuwse situatie zoals afgebeeld bij Tirion is nog enigszins de
vroegere relatie tussen de Middelburg-Veerse watergang en de stadshaven te her
kennen. Die relatie werd verstoord met de aanleg van de zestiende- en zeven-
tiende-eeuwse vestingwerken. De oudere toestand is goed zichtbaar op zowel de
kaart van Van Deventer (afbeelding 4) als die afgedrukt bij Ermerins (afbeelding
5) die beide de zestiende eeuw betreffen, en ook op het bekende zestiende -
eeuwse Panorama van Walcheren door Van den Wijngaerde (afbeelding 6).De
watergang vormde vrijwel rechtstreeks het verlengde van de Veerse stadshaven.
Het is goed mogelijk dat deze situatie is ontstaan in de elfde of twaalfde eeuw, een
periode waarin dit deel van Walcheren door overstromingen werd beïnvloed. In
een oudere kreekrug werd toen een deel van de loop van de watergang uitge-
schuurd; dat gebeurde vanuit de (latere) haven, dus vanuit het noordoosten '2.
b. Multifunctionaliteit
Zoals we zagen lagen er dus twee sluizen tussen haven en vest. Beide hadden,
ook afgaande op de auteur van het desbetreffende hoofdstuk uit de 'Tegenwoor-
10. Tirion, Teg. Staat II, 139. Zie over zo'n beer: Rentenaar, 'Kanttekeningen'.
11GAV, dossier, 42.
12. Gottschalk, Stormvloeden I, 45. Vergelijk: Bennema en Van der Meer, Bodemkartering
Walcheren90-91
48