beroemen de oudste marinebasis van de Nederlanden te herbergen, moet dat zwaar verteerbaar zijn geweest. Maar er was meer in het verleden van de stad dat de positie aan het begin van de achttiende eeuw duidelijk en verklaarbaar maakt. En het is te simpel, te menen dat daarbij uitsluitend de verhouding ten opzichte van Vlissingen in het geding was. Ook tussen Veere en het naburige Middelburg zat veel oud zeer. Zo was Veere in het verleden bij herhaling de meerdere van Middelburg geweest, wan neer het er om ging de fel begeerde Schotse stapel in huis te halen en te behouden Vanaf 1541 was die strijd wat geluwd, en beschikte Veere voor langere tijd over deze bevoorrechte economische positie31Elke verbetering aan de Veerse haven infrastructuur was in het verleden door Middelburg opgevat als een regelrechte bedreiging van de eigen positie. Zo had Adolf van Bourgondië in de jaren 1532- 1533 hoofden laten aanleggen bij Veere; prompt zag Middelburg daarin concur rentie voor de eigen haven, vanaf diezelfde tijd in de vorm van een havenkanaal aangelegd ter vervanging van de bochtige rivier de Arne32. Strijd was er in de zes tiende eeuw ook geweest tussen Middelburg en Veere over de vestiging van de zetel der Admiraliteit. Dat geschil was uiteindelijk beslecht in het voordeel van Middelburg; wel had Veere een arsenaal gekregen 33. Gedurende de latere middeleeuwen had Veere in economisch opzicht de tweede plaats op Walcheren ingenomen; na Middelburg, maar vóór Vlissingen. En juist omdat het Veerse handelsleven 'een opmerkelijke overeenkomst' vertoonde met dat van de grotere nabuur Middelburg, waren 'beide steden eikaars hevige con currenten, en aan openlijke of stille strijd ontbrak het niet'34. In economisch op zicht was de Middelburgse positie dan wel sterk, uit de aangehaalde voorbeelden blijkt dat ze zeker niet onbedreigd was. Hoewel daarover weinig bekend is, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de situering aan goed bevaarbaar water hierbij een essentiële rol heeft gespeeld. Sinds de vijftiende eeuw was het belang van de Honte of Westerschelde als scheepvaartroute toegenomen, terwijl dat van de vroeger belangrijker Oosterschelde langzaam maar zeker terugliep. Dat zal stel lig niet in het voordeel van'Veere hebben gewerkt, ook al lag die stad sindsdien nog lang dichtbij redelijk diep vaarwater. Middelburg werd, hoe dan ook be schouwd, steeds slechter bereikbaar, en had hulpmiddelen als het nieuwe ha venkanaal naar Nieuwland nodig om bereikbaar te blijven. Het was Vlissingen dat op den duur het meest van de veranderde situatie kon profiteren. Parallel hier mee zullen ook de problemen van telkens meer opslibbende havens zich hebben ontwikkeld. Het ligt voor de hand dat Middelburg hiervan het eerst, vervolgens Veere, en pas in laatste instantie Vlissingen last heeft ondervonden. Deze opslib- bing zal zeker ook een factor hebben betekend bij het gesignaleerde wegblijven van grotere schepen uit de Veerse haven. 31. Unger en Westendorp Boerma,'De Steden van Zeeland', 14. 32. Gottschalk, StormvloedenII, 480. 33. Unger, Geschiedenis Middelburg, 11-13 en 13noot 1. Unger Westendorp Boerma, 'De Steden van Zeeland' ,21. Over het arsenaal: Verwey, 'De vesting Veere'. 34. Unger en Westendorp Boerma, 'De Steden van Zeeland', 1 en 15. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 83