Vader: mr. Bonifacius Pous.
Moeder: Sabina Jacoba Mogge.
Echtgenotes: 1. Johanna Vincentia van de Stapele (1732-1772) uit Dendermonde, 20 februari
1759. 2. Cornelia Maria de Witte van Eikerzee (1731-1804), op 15 augustus 1773 te Bruinisse,
weduwe van mr Anthony Iman Massis, ambachtsvrouwe van Eikerzee, Bruinisse en Botland.
Schoonvader 2: dr. Jacob de Witte van Eikerzee, medicus.
Schoonmoeder 2: Maria Magdalena van Stavenisse.
Kinderen: o.a. Johanna (1797-1875), 22 november 1821 gehuwd met mr. Eliza Adriaan van
Dongen te Zierikzee (1797-1842).
Studie: medicijnen in Utrecht sinds 9 april 1754. Hij promoveerde op een dissertatio inaugura-
lis chirurgico-medico De gangraena et sphacelo. Op 16 april liet hij zich inschrijven in Leiden
als juridisch student en promoveerde zes dagen later, 22 april 1754, op het proefschrift Disser
tatio juridica inauguralis ad L.8 cod. de rev. don."0, dat werd uitgegeven door Samuel Lucht-
mans en zonen. Hij droeg het op aan zijn broers Petrus Pous, Marinus Stavenisse Pous en Jacob
Pous en met een bijzondere verering aan de 'zeer edele' Petrus Mogge.
Beroep: stadsdoctor in Middelburg, 1755. In 1758 verhuisde hij naar Zierikzee (in verband met
de aanspraak op de erfenis van Pieter Mogge; daartoe moest hij tevens de naam Mogge voeren
en het embleem van beide families in zijn wapenschild). In Zierikzee heeft hij waarschijnlijk in
de betere kringen gepraktiseerd, maar hij was er geen stadsdoctor.
Functies: raad, schepen, burgemeester, thesaurier, pensionaris honorair, heemraad van Schou
wen, rentmeester legaat Mogge, griffier van de stad Zierikzee, overdeken van het smidsgilde,
overdeken van het schildersgilde, regent weeshuis, weesmeester, leenman van de grafelijkheid
van Zeeland Beoostenschelde, ontvanger van de gemene middelen over Schouwen-Duiveland.
curator van de Latijnse school. Hij nam deel aan het (verboden) laatste contract van correspon
dentie in de stad (ter verdeling van stedelijke bestuursfuncties) van 1757 tot 1795. met een on
derbreking omstreeks 1787, in samenwerking met de families Massis, Ockerse en Schuurbeque
Boeije.
Woning: tot 1758 de buitenhof Craenesteijn bij Oostkapelle. In Zierikzee woonde hij sinds
1761 in het latere Burgerweeshuis.
Bijzonderheden: Het gezin had acht dienstboden in dienst, gebruikte een koets met twee paar
den en bezat drie hofsteden in Noord- en Zuid-Beveland en het buiten 'Mon Plaisir' bij Schud-
debeurs1".
Cornel is van Noemer
26 november 1697 Zierikzee; t 20 oktober 1719 Zierikzee.
Vader: Hermanus van Noemer, wijnkoper, afkomstig uit Bergen op Zoom.
Studie: medicijnen te Leiden sinds 22 september 1716. Hij promoveerde bij Boerhaave op De
mirabili ratione qua humanorum corporis a morbis liberetur.
Beroep: medicus"2.
Pieter van Noemer
23 december 1743 Zierikzee; t 1803 Middelburg.
Vader: dr. Pieter van Noemer, een broer van bovengenoemde dr. Cornelis van Noemer.
Moeder: Maria Cornelia Hodenpijl, overleden in het kraambed. 1743.
Echtgenote: Dina van St. Truijen, 1763 te Middelburg.
Kinderen: vijftien kinderen. Enkele zijn in Colijnsplaat geboren. De oudste, Andreas Pieter,
werd krankzinnig en overleed op 10 maart 1801 in Delft in 'De Gecroonde Cabel'. Johannes
Samuel (1778-1808), medicus te Colijnsplaat, ongehuwd.
Studie: medicijnen te Leiden sinds 16 augustus 1756. Hij promoveerde op 19 oktober 1764 op
De fabrica et usu omenti.
Beroep: stadsdoctor.
Functies: raad van 1765-1780.
Woning: Oude Haven D 496, nu Oude Haven zuidzijde 48.
Bijzonderheden: Pieter jr. leek aanvankelijk een veelbelovende jongen te zijn, getuige de rede
voering die werd uitgesproken bij het verlaten van de Latijnse school te Middelburg op 16 au
gustus 1754: Oratio in laudem urbis Zierikzaeae. Deze redevoering is in druk verschenen bij de
Zierikzeese stadsdrukker Pieter Ozias van den Thoorn en was voorzien van een lierzang van de
hand van zijn vader. Getuige het testament van zijn vader (19 maart 1748, voor notaris A. van
97