vroegst bekende middeleeuwse woonplaats op Walcheren; elders op het eiland dateren de oudste archeologische sporen van menselijke aanwezigheid pas uit de 9e eeuw.6 In de schriftelijke bronnen wordt de handelsnederzetting nergens als zodanig genoemd. Wel is in de 9e en 10e eeuw sprake van het koningsgoed Walcheren.7 In zijn studie over Zuid-Beveland maakt Dekker aannemelijk dat de Frankische koningen dit goed allengs hebben kunnen uitbreiden over grote delen van Wal cheren, Borsele en de Bevelanden, dus van Zeeland Bewestenschelde; dit dank zij hun zeggenschap krachtens het wildernisregaal over de onontgonnen gronden van de eilanden.8 Tevens hebben de koningen aanzienlijke delen van de nieuwe bewoningsgronden aan grote abdijen toegewezen, op Walcheren met name aan de Sint-Baafsabdij te Gent en de abdij van Echternach. De vraag is of de Frankische koningen direct na de definitieve verovering van Walcheren in de late 7e eeuw goederen hebben verworven in het bewoonde noordwesten van het eiland, zodat daar de oude kern van het koningsgoed moet worden gezocht. Ik denk dat daarvoor inderdaad aanwijzingen zijn. Het bij het koninklijk domein behorend grondbezit zal, wanneer koning Hen drik II ca. 1012 de graaf van Vlaanderen met de villa Walcheren beleent, in het bezit zijn gekomen van deze graaf, waarschijnlijk als dienstgoed gekoppeld aan sceatta finds from the Low Countries', in: D.Hill en D.M.Metcalf (red.), Sceattas in England and on the continentOxford 1984 (BAR British Series 128) 117-145; Van Es, 'Dorestad centred', 171-172. Zie ook hierna biz. en noot 83 aldaar. 6. Het betreft met name vondsten binnen en bij de hierna te behandelen 9e-eeuwse burgen van Domburg. Middelburg en Souburg. Buiten de handelsnederzetting aan de kust en de drie burgen date ren de vroegste tot nu toe aangetroffen middeleeuwse archeologische sporen op Walcheren uit de 10e, mogelijk uit de late 9e eeuw. Aldus: in een 'vliedberg' te Ritthem (10e eeuw en later), A.E.Re- mouchamp, 'De vluchtberg bij hofstede "Berglust" te Ritthem op Walcheren', OMROL, Nieuwe reeks 8(1927) 40-47; bij de hofstede Kranenstein ten zuiden van Oostkapelle (10e eeuw en later). Jaarverslag ROB 1985 (Rijswijk 1987) 156; te Krommenhoeke bij de 'vliedberg' (wandfragmenten reliëfbandaardewerk), idem 1987 (Rijswijk 1988) 158; bij Hoogelande onder een 'vliedberg' (10e eeuw en later), Trimpe Burger, 'Vluchtbergen', 145-147. Bennema en Van der Meer, Bodemkartering Walcheren40-41, spreken van de vondst van een Karolingische woonplaats bij Kleverskerke, als mede van een scherfje Badorfaardewerk, aangetroffen op de dam van Poppendamme. Een naamkun dige aanwijzing voor bewoning op Walcheren vóór ca. 1000 vormen de -heem-namen Ritthem en Hondegem (bij Serooskerke). Nederzettingsnamen samengesteld met -heem zijn in Noordwest-Eu ropa produktief van de 5e tot de 10e eeuw. Blok, De Franken128-130; R. Rentenaar, 'De Zeeuwse dorpen en hun namen', in: K.Bos. J. van Damme. A.P.de Klerk (red.). Dorpen in Zeeland (Middel burg 1991) 58-68, m.n. 59-60; Rentenaar, 'De plaatsnamen op -inge(n)\ 21. R.Rentenaar. 'Samen stellingen met persoonsnamen in de middeleeuwse Zeeuwse toponymie', Archief KZGW 1991, 1-32, met name 18-19, beschouwt de vele namen op -hem op Walcheren in de goederenlijst van de abdij van Echternach van ca. 1200 - zie hierna noot 24 - niet als -heem-namen, maar als namen op -hem, 'hoek land'. 7. Rotthoff. Studiën zur Geschichte des Reichsguts, 141; Dekker, Zuid-Beveland, 54-66. In 841 be leent keizer Lotharius de Deen Harald met Walcheren en aangrenzende gebieden: 'Gualacras aliaque vicina loca'. 'Annales Bertiniani", 54. Later schenkt koning Lotharius II (855-869) Walcheren aan bisschop Hatto van Verdun (847-870, in de jaren 856-864 tevens abt van Echternach), 'Gesta episco- porum Virdunensium'. ed. G.Waitz, in: MGH SS, dl. 4 (Hannover 1841) 45; vgl. ook C.Wampach, Geschichte der Grundherrschaft Echternach im Frühmittelalter, dl. 1-1 (Luxemburg 1929) 166-167. In 972 schenkt keizer Otto II als morgengave aan zijn echtgenote Theophanu onder andere de provin- tia UUalacra, Koch, Kruisheer, OHZ, dl. 1, nr. 42. In 997 schenkt keizer Otto III het tiende deel van de koninklijke inkomsten op Walcheren aan de Sint-Adelbertskerk te Aken, o.c., nr. 63; deze schen king wordt in 1005 bevestigd door koning Hendrik II. o.c., nr. 69. In 1012 beleent koning Hendrik II graaf Boudewijn IV van Vlaanderen met Walcheren: zie hierna noot 10. 8. Dekker, Zuid-Beveland, 54-55. 9. Dekker, Zuid-Beveland, 55. 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 143