Van het bezit van de abdij van Echternach dat voorkomt in de goederenlijst van deze abdij van rond 120CF mag men aannemen dat het voor een deel op oud bezit teruggaat. In Echternach gaat men er althans in de 12e eeuw vanuit dat de abdij reeds voor de invallen van de Noormannen bezit op Walcheren heeft gehad.25 Wat wij in de goederenlijst zien is een grote concentratie van landerijen in de ambachten West- en Noordmonster bij Middelburg en in het aangrenzende Koudekerke: te zamen ruim 408 gemet, dat is 160 ha.26 Daarentegen bezit de ab dij heel weinig in het noorden van het eiland, het territoir van globaal Oostka- pelle en dochterparochies.27 Goederen in de gebieden van ongeveer de moederpa rochies Souburg en Westkapelle worden niet genoemd, maar dat kan ook verband houden met het mogelijk onvolledig zijn van de lijst.28 Los daarvan is de grote concentratie van grondbezit in de buurt van Middelburg opvallend. Een ge deelte hiervan zou terug kunnen gaan op oud bezit, met name het als terra Sancti Willibrordi aangeduide complex percelen in het ambacht Westmonster, in totaal 34 gemet groot.29 Van de wijze waarop de bewoners van het koningsgoed en de abdijgoederen tot rond 840 in hun onderhoud voorzien is slechts een globaal beeld mogelijk. De handelsnederzetting Walcheren zal, afgaande op de muntvondsten, gefungeerd hebben als doorvoer- en overslaghaven in de verbinding tussen Engeland en het vasteland.10 Daarbij kunnen ook produkten uit Walcheren en omgeving een rol hebben gespeeld. 24. De goederenlijst, R.Fruin (ed.), 'Grondbezittingen der abdij van Echternach op Walcheren', Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde3e reeks 6 (1892) 291-306, is opge steld tijdens het abbatiaat van abt Godfried II (1181-1210). Zie voor de datering van de lijst ook Dommisse, 'Eerste omwalling Middelburg', 2 noot 1. 25. Van de Sint-Willibrordsabdij van Echternach wordt het bezit op Walcheren, Schouwen, beide Bevelanden en Borsele pas voor het eerst genoemd in een bevestigingsoorkonde van paus Eugenius III uit 1147. Koch. Kruisheer, OHZ, dl. 1, nr. 125. Niettemin is het zeer waarschijnlijk dat de abdij ook in de vroege middeleeuwen bezit heeft op Walcheren. Een aanwijzing vormt de brief uit 1192 van de scholaster Theoderik aan keizer Hendrik VI, waarin hij spreekt over goederen verlies van de abdij onder andere op Walcheren ten tijde van de Noormanneninvallen. Vgl. Dekker, Zuid-Beveland, 78. Een extra indicatie dat Echternach eind 8e eeuw op Walcheren gegoed is, is mogelijk de opval lende aandacht die Alcuin in de op verzoek van de abt van Echternach geschreven vita van Willibrord besteedt aan het optreden van Willibrord op Walcheren. Zie hiervoor noot 19. Walcheren is zelfs een van de zeer weinige specifieke geografische aanduidingen die in de vita voorkomen; op het Europese vasteland worden naast de villa Walcheren alleen genoemd: Fositesland (Helgoland), Rome, Trier, Echternach, Susteren, Friesland, Utrecht, de Rijnmond en de loca maritima (Zeeland of/en Holland?). Onder het in de goederenlijst van ca. 1200 genoemde, voor het merendeel in lijftocht uitgegeven grondbezit, bevindt zich overigens wel enig recent verworven goed. Zie p.152, noot 150. 26. Er vanuit gaande dat ca. 1200 op Walcheren (vierschaar)ambachten en parochies samenvallen - vgl. Dekker, Zuid-Beveland, 403-418; Henderikx. 'Dorpen in de Schelde-della', 25-27 - behoort tot het ambacht Westmonster ca. 1200 zeker nog het ambacht van de Haaiman aan de zuidoostzijde van Middelburg, dat later deel uitmaakt van de in 1273 gestichte Klooster- of Abdijparochie (zie afb. 2 en 3 en hierna noot 125). Hetzelfde geldt mogelijk ook nog voor het territoir van de op een onbekend moment vóór 1235 gestichte parochies Arnemuiden en Welzinge. Tot het ambacht Noordmonster zouden de latere parochies Kleverskerke en Nieuwerkerke nog kunnen hebben behoord. 27. Het in de lijst genoemde bezit in het noorden van het eiland omvat 11 gemet in Oostkapelle, 5 gemet in Grijpskerke, 8 gemet in Poppendamme en 4 gemet in Domburg; in totaal 28 gemet. Het gaat hier om het gebied van Oostkapelle en dochterparochies, althans wanneer met Domburg Oost-Dom burg is bedoeld en niet de dochterparochie van Westkapelle West-Domburg. 28. Op mogelijke onvolledigheid van de lijst zou het feit kunnen wijzen dat aan het slot de opsom ming van het bezit in Koudekerke halverwege een woord lijkt te zijn afgebroken. 29. In de lijst komt ook een terra S. Willibrordi voor te Grijpskerke, groot 5 gemet. 30. Zie hiervoor p. 116 en noot 5 aldaar. 121

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 147