tekst van de Miracula nog eens opnieuw, dan lijkt deze bij nader toezien in die
zelfde richting te wijzen. Ten eerste staat er dat de Noormannen van plan zijn de
nieuw gemaakte burchten in te nemen tijdens hun tocht door het kustgebied, on
derweg naar Lotharingen.55 Welnu, in het kustgebied ligt de grens tussen West-
Francië en Lotharingen bij de mond van de Westerschelde, zodat, wanneer men
de tekst letterlijk neemt, wél de zuidwestelijke groep en eventueel Oostburg kun
nen zijn bedoeld, maar niet de Zeeuwse burgen, die immers in Lotharingen lig
gen. Bovendien zegt de schrijver van de Miracula dat het plan dat de Noorman
nen beramen valt af te leiden uit hetgeen nadien gebeurt.56 In dat licht gezien is
het van belang dat de Miracula over het vervolg van de gebeurtenissen slechts
melden dat het Noormannenleger korte tijd later, op 25 april, voor Sint Omaars
verschijnt, dat tevergeefs bestormt, en vervolgens naar Kassei trekt waar het slag
levert.57 Van een tocht verder langs de kust in noordoostelijke richting is geen
sprake. Wel is het zeer aannemelijk dat de Miracula tot de 'castella recens facta'
in het kustgebied mede de sterkte te Sint Omaars rekenen, waarvan de schrijver
met zoveel woorden zegt dat hij niet lang voordien rond de kerk van Sint Omaars
is aangelegd en is gemaakt van 'palen, aardkluiten en plaggen'.58
Nu vindt men echter in de schriftelijke bronnen, naast de tekst in de Miracula
van Sint Bertijns, nog een mogelijk ander aanknopingspunt voor de datering van
de burgen, en daarop is gewezen door Blok.5' Uit de combinatie van gegevens in
de Annalen van Fulda, van Xanten en van Sint Bertijns, en uit Theganus' levens
beschrijving van Lodewijk de Vrome - alle eigentijdse bronnen - weten wij dat
keizer Lodewijk in het voorjaar van 837 in Frisia de kustwacht tegen de Noor
mannen organiseert en op een aantal plaatsen - zo staat er - seditiones vestigt.
Vervolgens landen op 17 juni 837 Noormannen op Walcheren bij een seditio, en
verslaan daar de Franken, die niet voldoende voorbereid waren. Onder andere
worden daarbij graaf Ekhard van Walcheren en Hemming, een aan Frankische
zijde strijdende Deense prins, gedood.60
55. Zie hiervoor noot 49.
56. Zie hiervoor noot 49: 'ut eventus subsequens patefecit'.
57. 'Miracula Sancti Bertini', capita 9-10, 514-516. Een uitvoerige beschrijving van de gebeurtenis
sen in 891 van de belegering van Noyon tot de slag bij Kassei geeft E. de Moreau, Histoire de l'égli-
se en Belgique, dl. 1 (Brussel 1945) 247-250. Vgl. ook De Vries, De Wikingen, 274-275; D'Haenens,
Les invasions normandes, 55, 213-214.
58. 'Miracula Sancti Bertini', caput 6, 512: munitiunculam paupere pro dolor sumptu parvoque,
licet strenuo, incolarum comitatu factam in pago Taruennense, in loco qui vocatur Sitdiu [de oude
naam voor St Omaars], circa monasterium eximii praesulis Audomari, fuste, gleba et cespite sicut ar-
tificiosissime, ita etiam firmissime constructam De aanleg van de versterking is begonnen tijdens
het abbatiaat van abt Folco van Sint Bertijns (878-882), vgl. o.c., caput 8, 513.
59. Blok, De Franken, 131.
60. 'Annales Fuldenses', ad 837, 22: 'Nordmanni tributum exactantes in Walchram insulam vene-
runt ibique Eggihardum eiusdem loei comitem et Hemmingum Halpdani filium cum aliis multis XV
kal. iulii occiderunt et Dorestadum vastaverunt.'; 'Annales Xantenses', in: R.Rau (ed.) Quellen zur
karolingischen Reichsgeschichtedl. 2 (Darmstadt 1972) 342: 'Anno DCCCXXXVII. et pagani
vastaverunt Walicrum multasque feminas inde abduxerunt captivas cum infinita diversi generis pecu
nia.'; 'Annales Bertiniani', ad 837, 32: 'Igitur imperator, disposita Frisiae maritimaque custodia,
mense maio ad Theodonisvillam veniens Ea tempestate Nordmanni inruptione solita Frisiam inru-
entes, in insula quae Walacra dicitur nostros imparatos aggressi, muitos trucidaverunt, plures deprae-
dati sunt. Et aliquamdiu inibi commorantes, censu prout libuit exacto, ad Dorestadum eadem furia
pervenerunt Theganus, 'Vita Hludowici', 252: 'Anno vero 24" [regni sui] praenunciavit impera
tor, ut cum omni exercitu voluisset ire Romam cum filiis suis Pippino et Hludowico, et statuit sedi-
ciones in nonnulis locis contra Danaos. Illi vero Danai nave venientes ad unam sedictionem, et inter-
127