Wat zijn nu die seditiones, onder andere die seditio op Walcheren waarbij de
slag plaatsvindt? Blok neigt ertoe, en ik denk terecht, het woord met 'burg' te
vertalen.61 Het woord seditio wordt in het middeleeuws Latijn mede gebruikt als
synoniem voor de woorden sedita en presidium: 'garnizoen', waarbij in ieder ge
val van presidium zeker is dat de betekenis kan schuiven in de richting van 'ver
sterkte garnizoensplaats'.62 De seditio op Walcheren lijkt in Theganus' tekst in
derdaad een locatie aan te duiden: de Denen 'komen per schip bij een seditio'.63
Het is bovendien een belangrijk militair steunpunt, onder leiding van hoogge
plaatste lieden. Dit zou kunnen betekenen dat men op Walcheren al in 837 een
begin maakt met de aanleg van versterkingen; een begin inderdaad, want volgens
de Annalen van Sint Bertijns zijn de Franken bij de Deense aanval in 837 niet
goed voorbereid en neemt de keizer in 838 opnieuw militaire maatregelen in het
kustgebied.64
Alleen: het antwoord op de vraag of het daarbij gaat om het begin van de aan
leg van de ons bekende burgen, moet, denk ik, uiteindelijk komen van de archeo
logen. En zover is het nog niet helemaal.
Na de opgravingen door Braat is onder leiding van Trimpe Burger een groot
deel van de burg van Souburg opgegraven en zijn er kleine onderzoeken uitge
voerd in de burgen van Middelburg en Burgh op Schouwen.65 Bovendien heeft
Van Heeringen in 1991 het bestaan van de door Huizinga veronderstelde burg
van Domburg, gelegen op ongeveer anderhalve kilometer ten zuidwesten van de
handelsnederzetting Walcheren, archeologisch aangetoond.66
fecerunt ibi innumerabilem multitudinem christianorum; et ibi cecidit Hemminch qui erat ex stirpe
Danorum, dux christianissimus, et Eccihardus alius dux, et multi optimates imperatoris; et aliqui
comprehensi sunt et postea redempti.'
61. Hetzelfde doet Reinhold Rau in de vertaling bij zijn uitgave van Theganus' 'Vita Hludowici',
253. Verhulst en De Bock-Doehaerd, 'Nijverheid en handel', 208 noot 109, menen dat de suggestie
van Blok om de oprichting van de Walcherse burgen reeds in 836 te dateren een te smalle basis heeft.
62. Het Glossarium van Du Cange s.v. - Ch. du Fresne, seigneur du Cange, Glossarium ad scripto
ren mediae et infimae latinitatised. G.A.L.Henschel (Parijs 1840-1850 4e uitgave) 7 dln. - be
schouwt seditio, dat elders onenigheid, onlust, muiterij betekent, in de onderhavige tekst in Thega
nus' 'Vita Hludowici' als synoniem voor sedita, een woord waarvan hij de betekenis in het
middeleeuws Latijn omschrijft als praesidium militare, garnison.
63. 'Danai nave venientes ad unam sedictionem'. Zie hiervoor noot 60.
64. Zie hiervoor noot 60, 'Annales Bertiniani', t.a.p.. alsmede o.c., ad 838, 36: 'Nam illo [in Novio-
mago] iuxta condictum imperator progredi disponebat, quatenus sui praesentia dampnum, quod annis
praeteritis pyratarum inportunitate nostrorumque desidia contigerat, vitaretur; habitoque conventum
fidelium, copiosus circa maritima apparatus distributus est.'
65. Trimpe Burger, 'Oudheidkundig onderzoek Abdij Middelburg'; Trimpe Burger, 'Oost-Sou
burg'; J.A.Trimpe Burger, 'Burgh', in: Jaarverslag ROB 1977 (Rijswijk 1978) 123-124; J.A.Trimpe
Burger, 'Oost-Souburg (onderzoek en datering burg)", in: Jaarverslag ROB 1979 (Rijswijk 1980)
131; Van Heeringen, 'Noodonderzoek Burgh', zie ook Jaarverslag ROB 1987 (Rijswijk 1988) 66-67;
R.M. van Heeringen,'Archeologische kroniek van Zeeland over 1990', Archief KZGW 1991, 123-
145, m.n.130, 134-135 (betreft de burg van Middelburg), zie ook: Jaarverslag ROB 1990 (Amers
foort 1991) 64, 192; Van Heeringen, 'Archeologische kroniek 1991', 125-128 (betreft de burg van
Middelburg), zie ook: Jaarverslag ROB 1991 (Amersfoort 1992) 59. Vgl. ook: H.L.Janssen, 'The ar
chaeology of the medieval castle in the Netherlands. Results and prospects for future research', in:
Besteman e.a.(red.), Medieval archaeology, 219-264, met name 221-226.
66. Het bestaan van de burg van Domburg komt in 1991 aan het licht dank zij twee opgravingen,
één achter de villa 'De Waal', in de nieuwbouwwijk Duinenburg ten oosten van de Schuitvlotstraat,
en een tweede op het terrein van het Badhotel, waarbij in beide gevallen delen van de wal en de
gracht van de burg van Domburg zijn onderzocht. Van Heeringen, 'Archeologische kroniek 1991',
120-124, zie ook Jaarverslag ROB 1991 (Amersfoort 1992) 57-59. R.M. van Heeringen, 'De ontdek-
128