den als Scaldi.''3 'Schelde-Wikingen' noemt De Vries hen, en daarin heeft hij on getwijfeld gelijk.76 De eerste duidelijke aanwijzing dat Noormannen de Scheldestreek onveilig maken, dateert uit 836, wanneer zij de civitas Antwerpen brandschatten, in 837 gevolgd door de hiervoor behandelde aanval op Walcheren.77 Uit de jaren vijftig zijn er opnieuw enkele berichten. Onder andere zijn de Noormannen in 851 in Gent, waar zij de Sint-Baafsabdij verwoesten.78 In het laatste kwart van de 9e eeuw verschijnen de Noormannen regelmatig in de Scheldestreek, maar wat dan duidelijk is, is dat zij in die tijd vooral de bovenstroomse gebieden aandoen. Dat is zeker het geval in de periode 879-881 wanneer zij over land vanuit het zuid westen komen en hun winterkwartieren hebben in Gent en Kortrijk. Vandaaruit richten hun plundertochten zich voornamelijk zuidwaarts.7" Ook de Vikingen die zich in 883 en 891 in de Scheldestreek bevinden, komen vanuit het zuiden en schijnen het mondingsgebied niet aan te doen.80 Mogelijk verblijven er ook in de vroege 10e eeuw nog Noormannen in het Boven-Scheldegebied. De Vries ver moedt dit in verband met het feit dat Rollo in 911 Normandië in bezit neemt met lieden die Scaldi worden genoemd, nadat hij tevoren een belening door de West- frankische koning met Vlaanderen heeft geweigerd.81 Te zamen wekken deze gegevens de indruk dat wij de Schelde-Vikingen en hun door Folkwin genoemde winterkwartieren langs de Schelde-oevers vooral in het stroomgebied van de Leie en de Boven-Schelde moeten zoeken, en niet zo zeer in Zeeland. De heel enkele keer dat verhalende bronnen iets melden over het optreden van Noormannen op Walcheren na 837 gaat het duidelijk om korte raids.82 75. Symeon van Durham, 'Historia de sancto Cuthberto', in: T.Arnold (ed.), Symeonis monachi opera omnia. Rerum Britannicarum medii aevi scriptores. Rolls Series, dl. 1 (Londen 1882) 202. 'Annates Lindisfamenses', ed. G.H.Pertz, in: MGH SS. dl. 19 (Hannover 1866) 502-507, met name 506: 'Scaldi Rollo duce possident Normanniam.' 76. De Vries, De Wikingen, 198, 282, 393 en met name 400. Ook Vogel, Die Normannen. 411 zoekt de Scaldingi in de Scheldestreek. Blok. 'De Wikingen', 30 noot 18, verwijst naar Dekker - zie noot 74 - en verbindt de Scaldingi eveneens met het Scheldegebied. l.H.Gosses, 'Deensche heerschappijen in Friesland gedurende den Noormannentijd', in: l.H.Gosses, Verspreide geschriften (Groningen/Ba tavia 1946) 130-151, met name 138 noot 2, twijfelt of de naam Scaldingi met de Schelde in verband mag worden gebracht. 77. 'Annales Fuldenses', ad 836, 22: 'Nordmanni Andwerpam civitatem incendunt, similiter et Witlam emporium iuxta ostium Mosae fluminis, et a Frisionibus tributum acceperunt.' D'Haenens, Les invasions normandes, 43. Vgl. voor de nederzetting Witla aan de Maasmond. Henderikx, Bene den-delta, 83-84. 78. Bovendien doen zij volgens de 'Annales Bertiniani', 82, 98, in 852 een inval in de Schelde streek en bevinden zij zich in 859 ultra Scaldem, waarschijnlijk ten oosten van de Schelde. De Vries, De Wikingen, 167, 189; D'Haenens, o.c., 44. 79. De Vries, o.c., 222, 226, 229-237; D'Haenens, o.c., 45-49. 80. De Vries o.c., 244. 248-249, 274-275. D'Haenens, o.c. 53-55. De aanwezigheid van de Noor mannen in Vlaanderen in de zomer van 891 volgt op hierboven genoemde bestorming van Sint Omaars en de slag bij Kassei. Zie hiervoor p.127 en noot 57. 81. De Vries, o.c. 282. 82. Zo vertelt Dodo van Saint Quentin hoe de hierboven genoemde Rollo, na door een storm te zijn overvallen, op Walcheren landt, daar de Walcherenaren verslaat en het land brandschat en verwoest. Dodo van Saint Quentin, De moribus et actis primorum Normanniae ducum, ed. J.Lair, (Parijs 1938 2e druk, Mémoires de la Société des Antiquaires de Normandie 23) caput 9, 149-151 (geschreven tussen 1015 en 1026). Zie voor de tekst D'Haenens, Les invasions normandes, 224-228, de noten 101 t/m 109. Van een niet nader te dateren inval van Noormannen op Walcheren, waarbij zij alles ver woesten, is ook sprake in de "Miracula Sancti Bavonis', 596. 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 157