10e eeuw enerzijds de handelsnederzetting Walcheren al lang van geen betekenis meer is, en aan de andere kant in de burg van Middelburg wordt gewoond, kan men zich afvragen of Middelburg niet reeds in deze 10e eeuw de rol van handels- en havenplaats van de nederzetting Walcheren overneemt.96 Een aanwijzing in die richting vormen mogelijk de onlangs aangetroffen 10e-eeuwse bewonings- sporen buiten de burg, juist langs de oude haven van Middelburg.97 Evenzo mag men vermoeden dat in de tweede helft van de 10e eeuw ook het centrum van het koningsgoed Walcheren in Middelburg moet worden gezocht, en niet meer in het noorden van het eiland. De oudste parochiekerken Tenslotte, het derde thema van deze voordracht: de stichting van de vijf Wal- cherse moederkerken. Onze aandacht verplaatst zich daarbij naar een wat latere tijd, naar de 10e, en vooral naar de 1 le eeuw, wanneer, zo blijkt uit archeologisch onderzoek, de bevolking duidelijk begint toe te nemen.96 Bij dit onderwerp ligt het accent sterk op het retrospectief bronnengebruik; zo sterk zelfs, dat ik de chronologische orde van het verhaal doorbreek, en van de 12e eeuw terugwerk naar de voorafgaande perioden. In een pauselijke oorkonde voor de premonstratenzer OLV-abdij van Middel burg uit 1162 worden de Westmonsterkerk te Middelburg en de kerken van Sou- 1371. De Miracula zijn iets eerder geschreven dan de Vita. Volgens Levison - vgl. de inleiding bij de editie - is het onzeker of dit werk eveneens van de hand van Thiofried is, zoals eerder door A.Ponce- let is verondersteld.) Huizinga, Burg en kerspel, 28-30, meent dat de expeditie van Robrecht de Fries heeft plaats gehad vóór hij in 1071 graaf wordt en na de dood van graaf Boudewijn V in 1067, dus tijdens de regering van Boudewijn VI; en wel omdat Robrecht in de tekst wordt aangeduid als de jon gere zoon van wijlen graaf Boudewijn V, 'Divae memoriae presidis Flandriae Baldwini iunior filius Ruopertus'. In het zo goed als zeker autografe opschrift van caput 35 van de Vita noemt Thiofried Robrecht echter wel graaf van Vlaanderen, en bovendien maakt Fluizinga absoluut niet aannemelijk waarom Robrecht met zijn grote uit Frans- en Nederlandstalige Vlamingen bestaande leger niet kan zijn opgetreden als graaf, met het doel zijn grafelijk gezag op te leggen aan een kennelijk weerspan nig Walcheren: dus op een niet nader te bepalen moment tussen 1071 en 1093. Vgl. C.Verlinden, Ro bert Ier le Frison, comte de Flandre. Etude d' hist oire politique (Antwerpen/Parijs/'s-Gravenhage 1935) 30-36. Eveneens in Thiofrieds 'Vita', cap. 35, 481, vindt men de eerste vermelding van Mid delburg als portus, dat wil zeggen als handelsnederzetting. Wanneer na genoemde strijd met Robrecht de Fries de Walcherenaren in onderlinge veten verwikkeld raken, reist abt Thiofried op een zeker tijd stip tussen 1083 en 1103 naar Walcheren om daar te bemiddelen. Hij wordt per schip vervoerd 'in Mitthilburgensis portus navalia', naar de haven (of de rede) van de portus Middelburg, waar de be volking van het eiland hem op de oevers verwelkomt. Vgl. Huizinga, o.c., 30-31. 96. Dekker, Zuid-Bevelandnoot 38, veronderstelt dat Middelburg is bedoeld met een portus die wordt genoemd in de 'Miracula Sancti Bavonis', 596 (eind 10e, begin 11e eeuw). Mijns inziens is hiervoor onvoldoende reden. 97. In 1987 zijn in Middelburg bij het graven van twee proefputten in de kelder van Damplein 26 enkele stukjes reliëfbandaardewerk gevonden, alsmede de resten van een rij palen, waarvan het hout, afgaande op de Cl4- datering, tussen 960 en 980 moet zijn gekapt. Het betekent dat aan het eind van de 10e eeuw bouwaktiviteit plaats heeft gevonden buiten de burg. R.M. van Heeringen, 'Archeologi sche kroniek van Zeeland over 1987', Archief KZGW 1988, 141; R.M. van Heeringen, 'Archeologi sche kroniek van Zeeland over 1988', Archief KZGW 1989, 142. 98. Veelzeggend is dal bij veel archeologische vindplaatsen op Walcheren de bewoningssporen uit de 1 le/12e eeuw de alleroudste zijn. In 1952 heeft Van der Feen, 'Walcheren', 155-156, hier al op ge wezen, en nadien is er in dit beeld weinig verandering gekomen. Vgl. ook Trimpe Burger, 'Vlucht- bergen', 119. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 161