Tenslotte nog één probleem. Wanneer in de 10e eeuw de oude kerk van Middel burg de parochiekerk van heel Walcheren is, dus in mijn ogen ook van het noord westelijke kustgebied, dan blijft wel de vraag of er voordien in de 8e en de 9e eeuw niet een kerk in de kustplaats Walcheren heeft gestaan. Het antwoord is simpel: het kan haast niet anders, maar we weten het niet. Zo ja, dan zal het wel een koninklijke eigenkerk zijn geweest bij het oude centrum van het koninklijk domein, welke, materieel gezien, zal zijn verwoest, overstroomd en verlaten, en in institutionele zin is vervangen door de kerk in Middelburg. Samenvatting Vat ik nu samen wat het onderzoek heeft opgeleverd. In de 8e eeuw ligt het zwaartepunt van de bewoning in het noorden van het eiland, met aldaar de kern van het koninklijk domein Walcheren, en direct daarbij de waarschijnlijk gelijk namige handelsnederzetting, die al sedert de 6e eeuw bestaat en waar in de 8e eeuw misschien ook een kerk is gesticht waarvan wij echter niets weten. Verder landinwaarts vindt men in die tijd uitgestrekte schapenweiden van onder andere de abdijen van Echtemach en SintBaafs; mogelijk is daar ook sprake geweest van zoutwinning. Vervolgens worden, op zijn vroegst in 837, maar vermoedelijk in het derde kwart van de 9e eeuw, in een tijd van dreiging van de kant van de Noormannen, de vlucht- en verdedigingsburgen aangelegd van Domburg, Middelburg en Sou burg. Nadien lijkt de bewoning binnen de burgen van Middelburg en Souburg vanaf de late 9e eeuw te wijzen op enige toename van de bevolking in het bin nenland. Anderzijds verdwijnt aan de kust de handelsnederzetting Walcheren en loopt de bewoning er mogelijk terug. In nauwe samenhang daarmee ontwikkelt zich de portus Middelburg tot de voornaamste havenplaats van het eiland en de centrale nederzetting van het koningsgoed Walcheren. De stichting in de loop van de 10e eeuw van de Sint-Maartenskerk maakt Middelburg bovendien tot het kerkelijk centrum van heel Zeeland Bewestenschelde. Dan, mogelijk ca. 1000, en in ieder geval voor het midden van de 1 le eeuw, in een tijd van toename van de bevolking op het eiland, worden dochterkerken van de Middelburgse Sint-Maarten gesticht te Westkapelle, Oostkapelle en Souburg, zo goed als zeker verbonden met domaniale beheerscentra. In het geval van Oost- en Westkapelle gaat het daarbij om grafelijk domein, oorspronkelijk waar schijnlijk koningsgoed. Tenslotte volgt in de late lie of vroege 12e eeuw de splitsing van de Middel burgse Sint-Maartenskerk in Westmonster en Noordmonster, beide in Middel burg: iets dat andermaal de centrale positie onderstreept van de portus Middel burg binnen de deels Walcherse, deels Bevelandse Sint-Maartensparochie. ken van Kats, Welle, Kortgene, Noordwelle, Kampen en Zoelekerke. Waarschijnlijk heeft de abdij van Middelburg zich intensief, al dan niet samen met de ambachtsheren, met de stichting van deze kerken bemoeid. Vgl. o.c., dl. 2, nrs. 569, 714; dl. 3, nr. 1558. Het lijkt mij in deze gevallen niet di rect noodzakelijk te denken aan 'penetratie door de Middelburgse abdij in kerken die oorspronkelijk van het kapittel van Sint Pieter zouden zijn geweest. Vgl. Dekker, Zuid-Beveland, 336-337. 149

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 175