maken zal hebben met het vinden van de steen-met-bloedsporen die vervolgens is verwerkt in het altaar van de kerk van Westkapelle16". Gelet op het feit dat nu juist de voet van het altaar het oudste object van de Willibrordvere- ring in de kerk van Westkapelle zal zijn geweest, en gezien het gegeven dat de kerk aan Willi brord is gewijd1", mogen wij aannemen dat de kerk al direct vanaf haar stichting (voor het mid den van de 11e eeuw, mogelijk nog voor 1012162) van speciale betekenis is geweest voor de Willibrorddevotie op Walcheren. Er zijn bovendien een aantal zaken die het aannemelijk maken dat de abdij van Echternach daar in de 11e eeuw nauw bij betrokken is geweest. Allereerst is dat de reeds genoemde aanwezigheid van Willibrordrelieken in de kerk van Westkapelle, waar van men mag vermoeden dat zij door Echternach zijn geschonken. Daarnaast valt het op dat de Walcherenaren twee in de strijd tegen Robert de Fries buitgemaakte vaandels naar Echternach zenden om daar in de abdijkerk te worden bewaard als dank jegens Willibrord voor de behaalde overwinning163. Bovendien kan ook de cijns die de Walcherenaren voor de slag aan Willibrord beloven haast niet anders dan voor de abdij van Echternach bestemd zijn geweest. Dat de con tacten tussen Echternach en Walcheren in de 11e eeuw van meer dan alleen materiële aard zijn, daarop wijst ook het feit dat een vooraanstaande inwoner van Walcheren, een zekere Ekehard, zich na de genoemde slag als monnik in de abdij van Echternach terugtrekt164, alsmede, in nog sterkere mate, het gegeven dat abt Thiofried kennelijk zoveel moreel gezag bij de Walcherena ren geniet, dat hij, zoals hij uitvoerig in de Vila beschrijft, in staat is te bemiddelen in hun on derlinge veten165. Tenslotte maakt ook de grote aandacht als zodanig, die de Miracula en de Vita Sancti Willibrordi aan Walcheren besteden, het zeer waarschijnlijk dat in de 1 le eeuw de Willi- brordverering op het eiland sterk vanuit de abdij van Echternach wordt gestimuleerd. 148. Zie hiervoor noot 95. Voor wat betreft de strijd op Walcheren tegen Robrecht de Fries zijn de 'Miracula' en Thiofrieds 'Vita' mede gebaseerd op informatie van de van Walcheren afkomstige Echternachse monnik Ekehard, eens behorend tot de aanzienlijken van Walcheren, die zich na de strijd met Robrecht de Fries in de abdij van Echternach heeft teruggetrokken; 'Miracula Sancti Willi brordi', caput 6, 1371; Thiofried, 'Vita Sancti Willibrordi', caput 35, 481. In het niet op de Miracula gebaseerde caput in de 'Vita', caput 36, 482, handelend over het bemiddelend optreden van Thiofried bij onderlinge veten op Walcheren, blijkt de genoemde Ekehard zich bij die gelegenheid in Thio frieds gezelschap te bevinden. 149. Zie hiervoor p. 121 en noot 25 aldaar. 150. Vgl. Koch, Kruisheer, OHZ, dl. 1, nrs. 200(1179), 310(1211); dl. 2, nr. 451 (einde 12e - eerste kwart 13e eeuw). 151. Onder andere zijn in de Miracula en de Vita Willibrordlegenden verwerkt die in die tijd kenne lijk op Walcheren bekend zijn, mogelijk in Echternach verteld door de Walcherse monnik Ekehard (zie hiervoor noot 148); bijvoorbeeld het verhaal dat de duinen in Zeeland hun ontstaan te danken zouden hebben aan een door Willibrord verricht wonder. Thiofried, 'Vita Sancti Willibrordi', caput 13, 469. Vgl. R.Rentenaar, 'De Nederlandse duinen in de middeleeuwse bronnen tot omstreeks 1300', Geografisch Tijdschrift, Nieuwe reeks 11(1977) 361-376, m.n. 364. 152. 'Miracula Sancti Willibrordi', caput 6, 1370-1371; Thiofried, 'Vita Sancti Williobrordi', caput 35, 480. 153. Thiofried, 'Vita Sancti Willibrordi', caput 13, 468-469. 154. Thiofried, o.c., cap. 13, 469: 'Testis est usque hodie sanguis eiusdem in basilica que Westca- pella appellatur, fusus et conspersus in altaris crepidine'. Wanneer in de Miracula en in Thiofrieds Vita wordt verteld dat de Walcherenaren voor de veldslag tegen graaf Robrecht de Fries samenkomen in de kerk van Westkapelle, wordt deze aangeduid als de driemaal, viermaal door het bloed van Willi brord gewijde kerk. Zie hierna noot 155. 155. 'Miracula Sancti Willibrordi', caput 6, 1371: 'At Walicrenses, coadunato suo agmine, conve- nerunt in basilicam "terque quaterque beati" Willibrordi consecratam sanguine et ante participacio- nem salutaris hostiae voto se obstrinxerunt quotannis censum illi persolvere, si eius interventu cle- menciae potirentur palma victoriae.' Thiofried, o.c., caput 35, 480-481: 'Nam Walichrenses coadunato omni suo agmine, convenerunt in basilicam terque quaterque beati Willibrordi consecra tam sanguine, et ante participacionem mysterii salutaris hostiae voto se obstrinxerunt, quotannis vita comité censum illi persolvere, si interventu eius clementiae potirl mererentur palma victoriae.' Zie ook hiervoor noot 95. 156. Zie noot 155 152

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 178