werd de juridische macht die bij de waardigheid hoorde per parochie georgani
seerd. De adel verschafte zichzelf met het stichten van een parochie dus ook juri
dische zeggenschap. Dit laatste zal vaak een belangrijker motief bij parochie
stichting zijn geweest dan bezorgdheid over het geestelijk welzijn van de
bevolking. Een ander voordeel van parochiestichting voor de ambachtsheren was
het patronaatsrecht met het bijbehorend tiendrecht dat zij in de 13e en 14e eeuw
nog wisten te verwerven25. Hierdoor konden ze familieleden en gunstelingen de
functie, met prebende van dorpspastoor toeschuiven.
De grote invloed van de adel op de parochiestichtingen had natuurlijk ook ge
volgen voor de kerkbouw. De adel zal voor het grootste deel de kerkbouw heb
ben gefinancierd.
Het is de vraag of de bemoeienissen van de ambachtsheren ook tot uiting zijn
gekomen in de manier waarop de kerken zijn gebouwd. Helaas zijn er uit de tijd
van de parochiestichtingen bijna geen bouwresten bekend. Uit opgravingen we
ten we dat het eerste kerkje in Oud Sabbinge niet meer was dan een houten zaal
tje2''. Daarnaast zijn er echter ook kostbaarder kerken gebouwd zoals blijkt uit het
vinden van tufstenen fundamenten in het schip van de kerk in Kapelle27. Aange
zien er nooit grondig archeologisch onderzoek is gedaan naar de vroege middel
eeuwse architectuur op Zuid-Beveland, blijven we voorlopig nog wel in het duis
ter tasten omtrent dit onderwerp.
Wanneer we de nog bestaande Bevelandse kerken bezien, alle lang na de periode
van de parochiestichtingen gebouwd, blijken de torens vaak groot en kostbaar in
verhouding tot het oorspronkelijke kerkgebouw. Pas later werden de kerken zelf
door middel van allerlei verbouwingen en uitbreidingen enigszins in verhouding
gebracht met de toren. Deze verbouwingen zijn dan vaak nog niet afgemaakt, ter
wijl van de torens op Zuid-Beveland alleen die van 's-Heer Hendrikskinderen
nooit is voltooid28. Er werd blijkbaar verhoudingsgewijs buitensporig veel geld
besteed aan een weinig nuttig onderdeel van het kerkgebouw. Hieruit kunnen we
afleiden dat bij de bouw van kerktorens andere motieven een rol speelden dan
hun praktisch nut bij de viering van de liturgie. Veeleer lijkt het er op dat we te
maken hebben met het prestigeobject bij uitstek voor de lokale adel.
Jammer genoeg is onze kennis van de lokale adel niet gedetailleerd genoeg om
personen met een bepaalde toren in verband te kunnen brengen. Het is zelfs maar
in een paar gevallen mogelijk families aan te wijzen die een rol hebben gespeeld
bij de bouw van een bepaalde toren. In het geval van de toren van Kapelle is het
mogelijk de enorme omvang van de toren te verklaren door de aanwezigheid van
de 'residenties' van enkele hoogadellijke families. Met name de familie Van de
Maalstede, die een belangrijk kasteel bezat nabij het dorp, was lange tijd één van
de rijkste en machtigste families van het eiland. Het is voor de hand liggend dat
25. Dekker, Zuid-Beveland363-364
26. Abelmann, De middeleeuwse dorpskerken van Zuid-Beveland, 52.
27. Trimpe Burger, 'Archeologisch nieuws uit Zeeland over het jaar 1966', Zeeuws Tijdschrift
1966,225.
28. Hierbij moet wel worden bedacht dat de torens in 's-Heer Arendskerke, Oudelande en Nisse
constructies bevatten die wijzen op de bedoeling een hoge stenen spits te bouwen. Het is niet bekend
of geldgebrek of instortingsangst een reden is geweest voor het niet bouwen van deze spitsen.
172