Natuurhistorische Voorwerpen, onderafdeling Gesteenten en Mineralen
De conservator J.M. Moraal bericht als volgt:
Bij de uitbreiding van de verzameling richt men zich vooral op de in Zeeland aan
te treffen gesteenten en mineralen, met name die soorten welke ooit in de bouw
zijn gebruikt.
De belangstelling van de afdeling richt zich onder meer op de herkomst van het
naar Zeeland aangevoerde materiaal. Dat zulke aanvoer verrassingen kan opleve
ren bleek in 1927 te Kamperland, waar in uit het gebied Emmerich-Ruhrort af
komstig Rijngrind een fraaie kies van een soort mastodont werd aangetroffen
(collectienummer GV - 1351).
Een dergelijke zeldzame vondst valt te vergelijken met de vondst van een stuk
barnsteen op het strand van Westerschouwen. Barnsteen is verharde hars en kan
ten gevolge van het geringe soortelijk gewicht over grote afstanden worden ver
plaatst. Met veel geluk kunnen er insecten in worden aangetroffen, die soms mil
joenen jaren oud zijn en voor de paleontoloog zeer interessant zijn, omdat er niet
veel insecten uit het verre verleden resteren. Toevalstreffers van dit formaat zijn
momenteel tevens aanleiding om het DNA vrij te maken voor bij voorbeeld evo-
lutieonderzoek. Als stukken niet al te klein zijn, kunnen ze als bijvangst in de
netten van de vissers worden aangetroffen. De herkomst hiervan moet in het
Oostzeegebied worden gezocht, waar van oudsher veel harsproducerende bomen
groeien.
Een kleine, ooit door E.S. Fokker geschonken verzameling edel- en halfedelge-
steenten omvat een exemplaar met de vermelding diamant (collectienummer
1018A). Nadere analyse wees echter uit dat het niet om een diamant gaat.
Enkele uit Wales afkomstige stukken leisteen zijn in de afdelingsverzameling op
genomen om duidelijk te maken welk materiaal in Zeeland bij voorbeeld voor
dakbedekking werd gebruikt. Leisteen is een metamorf gesteente dat splijtbaar
wordt in een richting die aanmerkelijk kan verschillen van de richting van de
oorspronkelijke gelaagdheid. Dit verschijnsel staat bekend als saty cleavage; de
geweldige druk welke met bergvorming gepaard gaat, is voor deze splijting ver
antwoordelijk.
Natuurhistorische Voorwerpen, onderafdeling Fossiele Botten
De conservator drs. A.RJ. Bil bericht als volgt:
Op 11 november zijn door ons voor de Lionsclub Vlissingen een rondleiding en
een lezing in het depot verzorgd (zie ook onder).
Zeven verzoeken om bezichtiging van de collectie ten behoeve van studiedoel
einden zijn gehonoreerd.
Voor het conserveren en restaureren van botten met het middel archeoderm is
door de eigenaar naast het depot een af te sluiten ruimte ter beschikking gesteld.
Een groot scheenbeen van de mammoet, afkomstig uit het Belgische Destelber-
gen, werd door ir. J.A. Trimpe Burger naar de verzameling in het depot overge
plaatst. In totaal werden 119 stukken ingeschreven, waarvan een gedeelte vroe
gere vondsten betreft die opnieuw zijn beschreven.
Voor de Werkgroep Geologie werd een open dag gehouden, welke ook door het
voltallige dagelijks bestuur van het Genootschap werd bezocht.
H. van Essen moest in het verslagjaar wegens werkzaamheden in het buitenland
zijn zeer gewaardeerde assistentie bij de herdeterminatie van de botten beëindi
gen.
XVII