hebben gediend. In de 14e en 15e eeuw, juist de tijd waarin veel van de kerkto rens werden gebouwd, zijn veel van de motteheuvels bij de dorpen reeds verlaten15. De torens op die mottes functioneerden toen natuurlijk niet meer als uitkijkpost. De heuvels zelf staken nauwelijks boven het geboomte uit en waren dus van weinig nut. In het verlengde van deze laatste functie is het de vraag of de kerktorens ook nog andere militaire doelen hebben gediend. Haslinghuis sugge reert bij de Wemeldingse toren een functie als verdedigingswerk36. Toch ont breekt een echte grond voor deze veronderstelling. Als we de gebouwen zelf - onze belangrijkste bron van informatie - bekijken, dan blijkt dat ze geen van alle zijn uitgerust als militair bolwerk. De hoektorentjes hebben in hun huidige vorm geen enkel nut bij de verdediging, sterker nog, ze zitten de verdedigers alleen maar in de weg doordat er een dode hoek in het schootsveld ontstaat. In alle to rens is een tamelijk grote westdeur aangebracht en is de oostwand met een wijde boog naar het schip geopend. Hierbij komt dat enkele torens vrij grote vensterop eningen in de onderste zolders hebben waardoor een vijand met ladder zo binnen staat. De stenen wenteltrap die de meeste torens hebben, vergroot deze toeganke lijkheid nog eens. De torens zijn op hun best geschikt als vluchtplaats voor de bevolking bij de nadering van een plunderende bandietenbende. Bij een serieuze belegering kunnen ze het niet lang hebben uitgehouden. In hoeverre in de 14e eeuw in de dorpen zonder stenen kastelen de mottes nog als toevluchtsoord wa ren te gebruiken is niet helemaal duidelijk. Het is bekend dat houten torens nog tot in de 14e eeuw werden gebruikt als verdedigingswerk37. Het kan zijn dat er behoefte bestond aan een permanente vluchtplaats voor de lokale bevolking, de adel inbegrepen, om in onrustige tijden het vege lijf te redden. Het was in dat ge val echter veel logischer om hiervoor de nieuwe 14e-eeuwse stenen kastelen te gebruiken, of om een oude motte in stand te houden, dan te vertrouwen op de stenen kerktorens. Een aspect van de torens dat nog nauwelijks is bekeken, zijn de hoektorentjes die de naaldspits van de toren omkransen, zoals die nu nog in Kapelle te zien zijn. De hoektorentjes staan hier op de omloop en zijn uitgebouwd als vierkante mi niatuurtorentjes en bekroond met spitsjes, omgeven door balkonnetjes. Dit type hoektorentje wordt vaak genoemd als één van de specifieke kenmerken van de Bevelandse torens38. Echter, op Zuid-Beveland waren dergelijke torentjes verre van gewoon. Behalve in Kapelle kwamen ze alleen nog in Wemeldinge voor. El ders op het eiland hadden de hoekbekroningen een andere vorm, namelijk die van tussen de steunberen opgebouwde achtzijdige balkonnetjes, die nauwelijks boven de borstwering uitstaken. Deze vorm is alleen in 's-Heer Arendskerke be waard gebleven, maar blijkens oude prenten waren ook de torens van Baarland (afb. 8), 's-Heer Abtskerke (afb. 9) en Nisse met dergelijke balkonnetjes uitge rust39. 34. Mekking, De Sint-Servaaskerk, 291 35. Vliedbergen, 50. 36. Citaat uit niet gepubliceerde bron in: Hermans en Kamphuis, De Nederlandse Hei-vormde Kerk, 9. 37. Van Nispen tot Sevenaer, Nederlandsche kasteelen, 22. 38. Bijvoorbeeld: Chavannes-Mazel e.a., Zeeuwse kerken, 68. 39. In de rest van Zeeland had alleen de toren van de Noordmonsterkerk in Middelburg torentjes met spitsjes en heeft de toren van Oostkapelle balkonnetjes. 176

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 202