ARCHEOLOGISCHE KRONIEK VAN ZEELAND OVER 1992 R.M.van Heeringen Inleiding De indeling van de kroniek heeft geen wijzigingen ondergaan met uitzondering van het feit dat de vindplaatsen nu strikt alfabetisch onder gemeentenaam zijn gerangschikt'. De besproken archeologische vindplaatsen zijn aangegeven op afb. 1Tussen haakjes staat de archeologische periode waarop de vondst betrek king heeft. Daarbij staat P voor Prehistorie, R voor Romeinse Tijd, VM voor Vroege en Hoge Middeleeuwen (tot 1200) en LM voor Late Middeleeuwen. Prehistorie Domburg - strand Hooge Hil (afb. 2) Tijdens de Open Monumentendag konden in de Nederlandse Hervormde kerk van Domburg tal van vondsten worden gedetermineerd. De interessantste was ongetwijfeld het snededeel van een 'Fels-Ovalbeile'2. Het artefact werd in 1986 door C.W. Vreeke uit Domburg gevonden op het strand van Domburg op de hoogwaterlijn tussen een paalhoofd ter hoogte van de Hooge Hil. De bijl is ge maakt van dioriet3. Bij de snede heeft hij zijn grootste breedte (5,8 cm) en op doorsnede is hij ovaal-rond (5,1 x 3,2 cm). De bewaard gebleven lengte van 7 cm is geheel gepolijst. De bijl dateert uit het Midden Neolithicum (4000-3000 v. Chr.) en kan mogelijk worden toegeschreven aan de Michelsbergcultuur. Hulst - Schelde (afb. 3) De heer C.R.M. van der Heijden toonde op 19 oktober in zijn woonplaats Amersfoort een vuurstenen bijl uit de erfenis van zijn vader, C.A. van der Heij den, in leven hoofd van de lagere school in Nieuw-Namen. Meester C.A. van der Heijden had grote belangstelling voor de geologie en archeologie van oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Het huidige geologisch reservaat op de Kauter in Nieuw- Namen draagt dan ook zijn naam. Mogelijk heeft hij de bijl gekregen van een van zijn oud-leerlingen die baggeraar op de Schelde was geworden. De bijl, 16,5 cm lang, 6,7 cm breed, 2,8 cm dik, met facetten en ruitvormig- ovaal op doorsnede, kan beschreven worden als 'Spitznackige Flint-Ovalbeil' en dateert uit het Midden-Neolithicum (ca. 4000-3100 v. Chr.) of eventueel uit het Laat-Neolithicum (ca. 3100-2100 v. Chr.). Een broer van de melder, G.A.M. van der Heijden, nu wonende in Aarden burg, is eveneens in het bezit van een bijl uit de collectie. Het zou gaan om een bronzen hielbijl. Ook dit artefact is waarschijnlijk uit de Schelde opgebaggerd. 1De kroniek bevat een selectie van de vondsten uit 1992. Een volledig overzicht is opgenomen in het Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) 1992 en een ver korte versie in Nehalennia. Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 96, herfst 1993. 2. Eventueel 'Fels-Ovalbeil', zie Schut, 'Neolithische bijlen', type 1 Al of 2AI. 3. Macroscopische gesteentedetenninatie: dr. H. Kars, ROB. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 211