van de opening verscheen een gidsje geschreven door de opgraver. Het werd uit gegeven door de Stichting Vrienden van het Aardenburgs Museum en is getiteld 'Romeins Aardenburg: opgravingen en vondsten Van het Koninklijk Penningkabinet in Leiden werden de determinaties ontvan gen van de vorig jaar door de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN) afdeling Zeeland uitgevoerde opgraving op de vindplaats Kamp Rodan- borch II. Gedetennineerd werden een Romeinse munt (sestertius van Faustina II; 145-175 n. Chr.) en 25 middeleeuwse munten. De middeleeuwse munten dateren zonder grote lacunes van het begin van de 13e tot het eind van de 16e eeuw. In het kader van de tentoonstelling 'Schatten in de bodem: Zeeuwse muntvondsten' stelde H. Hendrikse (Provinciaal Depot voor Bodemvondsten, PDB, Middelburg) een nieuw muntendiagram samen van alle in Aardenburg gevonden Romeinse munten. Het gaat om in het totaal 618 stuks (afb. 6). In 1967 zijn 435 daarvan reeds besproken door Boersma5. De grafiek maakt duidelijk dat er nauwelijks verschillen zijn aan te wijzen in de samenstelling van zowel de schatvondsten als de los gevonden munten. De losse vondsten van de 'Weide van Quataert' laten een iets langer circulatiebeeld zien, terwijl de vondsten van de verspreide munten en de muntvondst van perceel 'Van der Hooft' in samenstelling gelijk zijn. De conclusie is dat, als we hier al van schatten kunnen spreken, het zogenaamde om- loopschatten betreft. Opvallend is verder het ontbreken van munten uit de pe riode 251-273 op het terrein buiten het castellum. Blijkbaar was toen dit gebied, waar een groot aantal stookplaatsen met onbekende functie werd aangetroffen, reeds buiten gebruik". Dit is des te opmerkelijker aangezien juist in deze periode binnen het castellum grote activiteit heerst, als we tenminste af mogen gaan op wat de frequentie van de munten in het muntdiagram ons voorspiegelt7. Afb. 6. Aardenburg. Vereenvoudigd muntdiagram van alle tot en met 1991 gevonden Romeinse munten. Het betreft de vindplaatsen: (binnen het castellumA) schatvondst weide Quataert, B) losse vondsten weide Quataert, C) schatvondst v.d. Hooft, D) losse vondsten v.d. Hooft, E) weide De Smet en buiten het castellum) F) Hof van Buize Uil en Kamp Rodanborch Uil. A B C D E F totaal tot 54 AD tlm Claudius - 3 - - - - 3 54-98 AD (tlm Nerva) - 5 1 1 1 1 9 98-138 AD (tlm Hadrianus) - 11 2 11 4 7 35 138-193 AD (tlm Commodus) 3 45 7 26 4 13 98 193-251 AD (tlm Trajanus Decius) 1 7 1 2 1 3 15 251-273 AD (tlm Tetricus I/II) 130 104 31 46 8 - 319 4e eeuw AD - 8 - 1 - - 9 niet nauwkeurig gedateerd 12 28 10 31 27 22 130 totaal 146 211 52 118 45 46 618 5. Boersma, 'Roman Coins'. 6. Vgl. de onderzoeksverslagen in de archeologische kronieken over 1988 (Hof van Buize II) en 1991 (Kamp Rodanborch II), respectievelijk Archief 1989, 131-137 en Archief 1992, 117-119. 7. Hoewel het totaal aantal niet erg groot is, moet wel worden vastgesteld dat juist tijdens deze op gravingen systematisch met een metaaldetector is gezocht. Dit komt de betrouwbaarheid van het vondstbeeld ten goede. 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 216