«tft
Afh. 14. Westerschouwen. Stuifketel't Akkertje vanuit het zuiden. Foto R.M. van Hee-
ringen, 11 oktober 1992. Vier maanden later ligt het oppervlak ca. 10 cm dieper! Vgl.
de foto van hetzelfde dal in: Van Heeringen, 'Archeologische kroniek over 1987'afh.
4.
Westerschouwen (afb. 14)
Gedurende een aantal weekenden in de herfst werd onder leiding van ROB-cor-
respondent F. Beekman uit Zierikzee in samenwerking met de Rijks Geologische
Dienst in de persoon van L. van de Valk, leden van de AWN-afdelingen Zeeland
en Den Haag en de ROB een onderzoek uitgevoerd in de duinen van de Weste-
renban en Het Zeepe in de kop van Schouwen. Doel is aan de hand van archeolo-
gica het tijdstip en de voortgang van de overstuiving van het gebied in de late
middeleeuwen nader te dateren. Op 10-11 oktober en 14 november werden vijf
diepe stuifketels onderzocht in de Westerenban en het Zeepe. In de Westerenban
betrof het van noord naar zuid de stuifkuilen: Reeënpit, 't Akkertje en Weggetje.
In Het Zeepe, eveneens van noord naar zuid: Poelslakdal en Keuteldal. Op 17
oktober werden verkend een dal langs de zuidelijke rand van het zweefvliegter-
rein, een dal ten oosten van Nieuw-Haamstede bij de manege Maire en vier dalen
in de oostelijke uitlopers van de Verklikkerduinen ten noorden van camping
Duinhoeve.
De dalen in de Westerenban werden door Provinciale Waterstaat (J. Beijers-
bergen) ingemeten. De grote hoeveelheid aardewerk wordt bewerkt door de
AWN-afdeling Den Haag. Het aardewerk dateert uit de vroege ijzertijd en uit de
10e eeuw en later. Als voorlopig eerste resultaat kan gelden dat het er alle schijn
van heeft dat de bewoning in de vroege ijzertijd en de middeleeuwen op dezelfde
bodem heeft plaatsgevonden in een derhalve stabiel oud-duinlandschap. Over
stuiving met jong duinzand is pas in of na de 10e eeuw op gang gekomen. Het
onderzoek wordt in 1993 voortgezet. De resultaten zullen te zijner tijd uitvoeri
ger worden gepubliceerd.
199