opzichte van hun leeftijd wijst op een minder grof dieet dan toentertijd gebruike
lijk was. Deze bevinding lijkt de vermoedelijk gegoede maatschappelijke status
van de begravenen te bevestigen zoals ook valt af te leiden uit de ornamentatie
van hun grafkelder. Beide vrouwen, evenals een van de individuen die niet gear
ticuleerd gevonden werd, vertoonden een uiterst zeldzame en tevens onschuldige
botafwijking, die alleen verklaard kan worden door aan te nemen dat het hier om
een erfelijke anomalie gaat. Bijna zeker hebben we dus met een familiegraf te
maken24.
Axel - Weststraat
ROB-correspondent A.M.J. de Kraker uit Axel maakte ons attent op de moge
lijkheid van een bodemonderzoek na afbraak van het huis van R. Maas, West
straat 24 te Axel. De gemeente stelde gratis een minikraan beschikbaar. Op 26
mei werd loodrecht op de straat een sleuf getrokken. Op 11,5 m uit de rooilijn
was tot 1,30 m onder het maaiveld puin aanwezig. Daaronder tot op de onge
stoorde pleistocene ondergrond op 2,20 m bevond zich een humeus ophogings
pakket van middeleeuws huisvuil. Hel grijze en bruinrode aardewerk dateerde dit
pakkel in de tweede helft van de 13e eeuw. De vele aangetroffen dierenbotten
waren afkomstig van rund (22x), varken (4x) en gans lx)25.
Op 15 meter uit de rooilijn lag het pakket een halve meter dieper, hetgeen erop
wijst dat vanaf de 13e eeuw de lager gelegen achtererven met stadsvuil werden
opgehoogd. Bovenop het afvallaag bevond zich nog de fundering van een bak
stenen kelder van rode baksteen van het formaat 27 x 14 x 6,5 cm.
Borsele - Baarland-Slotstraat (afb. 17)
P. de Jongh uit Meliskerke meldde metaalvondsten die hij in februari had gedaan
tijdens grondwerkzaamheden in de Slotstraat te Baarland. Naast een collectie tin
nen spelden kenmerkend voor de periode rond 1300, onder andere met zwarte en
groene glasparel-inleg26, werd ook veel 14e- en 15e-eeuws kleinmetaal aangetrof
fen. Vermeldenswaard zijn drie (versierde) pelgrimsampullen. vier fragmenten
van een pelgrimsinsigne en éen gaaf exemplaar. Het zal zeker geen toeval zijn
dat de typen die hel meest zijn aangetroffen in het eerder onderzochte Nieuw-
lande ook in Baarland vertegenwoordigd zijn: Adrianus uit Geraardsbergen, Cor
nelius uit Ninove, Maria uit Aken en Quirinus uit Neuss. Het afgebeelde insigne
uit Aken is opgebouwd uit een grote cirkel met vier bevestigingsogen waarbin
nen in een vierpas zich de volgende voorstelling bevindt: onderin een kleine
staande Maria Aquensis en bovenin twee engelen die de tunica van Maria ophou
den. Naar boven toe volgt een veel kleinere 'lege' cirkel. Hierin ontbreekt het
spiegeltje. De bovenbouw bestaat uit een gedeeltelijk amandelvormige ntandorla
(aureool) waarin de oordelende Christus is gezeten. De mandorla wordt onder
steund door wederom twee engelen. Het insigne is zonder twijfel toe te wijzen
aan Aken. Een goed vergelijkbaar exemplaar beeldt Kurt Koster af27. Het is aan
getroffen als ingietsel op een luidklok. Het dateert volgens hem van omstreeks
1400. Het is een zogenaamd spiegelteken. Een voorloper van dit type zónder in-
24. Het skeletonderzoek werd uitgevoerd door dr. G.R. Maat en R. van Mastwijk (beiden ROB).
25. Determinatie dr R.C.G.M. Lauwerier. ROB.
26. Vergelijk: Van Heeringen, 'Archeologische Kroniek 1991' onder Aardenburg en Zierikzee.
27. Koster. 'Gutenbergs Aachenspiegel-Untemehmen'. 37. Abb. 3a.
202